Task Force IP versie 6 begint peentjes te zweten

Voorzitter Erik Huizer van de Task Force Ipv6 wil geen paniek zaaien dat het vijf voor twaalf is voor de invoering van de nieuwe internetadressering. Maar veel scheelt het niet. ‘Bedrijven moeten nu echt hun plannen maken, te beginnen met de inkoop’.

Het vraaggesprek in de piepkleine kamer van de Universiteit Utrecht op het Uithof-complex begint al goed fout. “We zijn al weer drie jaar in de weer met deze Task Force IP versie zes”, zegt Erik Huizer. Maar de officiële documentatie meldt: “Op 27 april 2005 is, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken, de Nederlandse Task Force IPv6 opgericht. De kick-off bijeenkomst vond plaats bij ECP.nl te Leidschendam.”

Huizer, oprecht verbaasd: “Zo lang al weer? Kun je nagaan! Maar in het begin waren we vooral met technische zaken bezig. Het is nu meer en meer een kwestie van communicatie geworden: hoe krijgen we de boodschap goed over het voetlicht.”

En Erik Huizer is, als één van de grondleggers van internet in Nederland en met zijn belangrijke internationale functies, vooral technisch en strategisch onderlegd. Hij twittert overigens (onder de naam Milkshake ) wel braaf mee met het leger aan oudere jongeren die zich op het medium van de korte boodschappen over de stoelgang tot en met tips over razend interessante artikelen hebben gestort.

En dat had ook nog een aanzienlijk effect volgens Huizer: “Mede dankzij lobbyen via Twitter is er een motie in de Tweede Kamer ingediend over IPv6, door Martijn van Dam en Arda Gerkens. Deze steun in de rug komt precies op het goede moment. We hebben harde stimulansen nodig.”

Kamermotie

Het gaat, om precies te zijn, om motie 26 643 van Arda Gerkens (SP), Martijn van Dam (PvdA) en Rendert Algra (CDA): “…overwegende, dat de verwachting is dat er binnen twee jaar geen internetadressen meer beschikbaar zullen zijn; overwegende, dat hiermee de voortvarende ontwikkeling van een digitaal Nederland zal vertragen; overwegende, dat dit voorkomen kan worden door de omschakeling naar IPv6 en dat deze omschakeling versneld kan worden door meer vraag naar IPv6 in de markt;
verzoekt de regering te bezien welke mogelijkheden er zijn om de eis IPv6 verplichtend op te nemen in aanbestedingen van de overheid en hierover voor 15 mei te rapporteren aan de Kamer…”

Ex-minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven liet de Tweede Kamer weten motie in praktijk te zullen brengen. Huizer: “Alle overheden, van het grootste ministerie tot en met de kleinste gemeente, zullen in de vereisten voor aanschaf van nieuwe netwerkapparatuur, software, websites etcetera moeten opnemen dat IPv6 wordt ondersteund.”

Dit creëert de broodnodige inkoopkracht op de markt voor IPv6, wat hard nodig is. “Leveranciers hebben meestal wel apparatuur die versie zes ondersteunt, of die zit ergens in de pijplijn. Maar ze schuiven bij een inschrijving nog vaak hun oude versies, letterlijk, naar voren. Nu zijn ze bij offertes aan de Nederlandse overheid voortgaan verplicht om IPv6 te ondersteunen.”

Urgentie overbrengen

Daarmee wordt een markt aangezwengeld, zegt Ad Bresser, bij KPN werkzaam als Strategie-, Technologie & Innovatie Consultant. Bresser, voorheen reeds chef van het Innovation Office van KPN en bestuurslid van internetknooppunt Ams-Ix. Hij is op de kamer van hoogleraar Huizer aan de Universiteit Utrecht aangeschoven om het verhaal voor grote bedrijven vanuit de Task Force IPv6 kracht bij te zetten.

Bresser: “Die inkoopplicht voor overheden komt goed uit, want tot op heden is er geen business case voor cio’s en het management. Op korte termijn moeten ze vaak zuinig aan doen met de budgetten en worden ze niet afgerekend op een Ipv6-inspanning. Er is dus geen marktvraag dus lopen leveranciers ook niet hard genoeg.”

Wellicht brengt de Kamermotie de bal alsnog aan het rollen. Huizer: “Ik ben een groot voorstander van een overheid die innoveert aan de vraagzijde van de markt. Met dat model hebben we met Surfnet ook altijd succes geboekt: we speelden in op de steeds groeiende vraag van onze markt, onderzoek en onderwijs.”

Als Directeur Kennis bij TNO in Delft, en daarmee indirect ook verantwoordelijk voor de onderdelen die vroeger van KPN Research overgingen naar TNO, legt Huizer ook sterk de nadruk op de reële vraagontwikkeling in de markt. Zo liet TNO bijvoorbeeld recent zien dat de komst van ‘superbreedband’ tot aan het grootste deel van de Nederlandse huishoudens vanuit de vraag geprognotiseerd moet worden en niet louter vanuit beschikbare technologie dat wil zeggen glasvezel.

Maar zo enthousiast als de markt is voor dat glasvezel – overigens ook vanuit de overheden tot stand gebracht – zo lauw is de sfeer om IPv6. En dat is precies het grote probleem van de Task Force, erkennen Huizer en Bresser. “Hoe krijgen we dit goed over het voetlicht? Het gevoel van urgentie ontbreekt.”

Er is een beetje brand

De Task Force worstelt ook met de eigen houding. Huizer: “Ik wil niet degene zijn die in de bioscoop opstaat om te roepen: brand, brand! Maar die is er wel. Paniek zaaien is niet goed want dat biedt is geen stabiele basis om mee te werken, zeker niet na wat we hebben meegemaakt met de doemscenario’s van het Millenniumprobleem. Maar we moeten toch de urgentie zien over te brengen.”

Dat 2K-probleem waarbij tien jaar geleden systemen massaal zouden uitvallen vanwege een verkeerde datumovergang op 1-1-2000, reed de IPv6-lobby toch danig in de wielen. Huizer: “In feite stond in 1994 IPv6 al in de steigers, maar in het licht van de enorme campagne voor het jaar 2000-probleem met computers moesten we dat eerst achter de rug hebben.

Toen het ook veel minder desastreus uitpakte dan was voorspeld, konden we ook niet direct erna met weer een groot computerprobleem aan komen zetten in de media. Dus is men internationaal ook pas de afgelopen jaren de druk gaan opvoeren.”

Maar het Millenniumprobleem speelt de public relations voor IPv6-overgang nog steeds parten. We hebben met z’n allen toch zoiets als: het zal wel goed komen. Die houding is bovendien niet zo gek gezien de feiten die de urgentie moeten onderbouwen.

Op de site ipv6-taskforce.nl draait een real-time teller mee van het aantal nog beschikbare IPv4 adressen, nu 190 miljoen. Dat lijkt een hele berg maar het aantal daalt in duizelingwekkend tempo, want in april 2010 waren er nog zo’n 330 miljoen,. De datum van opraken is geschat op 21 september 2011. Met een maandje of zestien is het gedaan.

Verschillende getallen

Tenminste, is dat zo? Die teller is van Geoff Huston (Potaroo.net) een bekende in de kringen van de internationale internetregulering (IETF), verbonden aan het Centre for Advanced Internet Architectures in Australië. “Maar andere deskundigen roepen dat in maart 2011 de adressen voor IPv4 al uitgeput zullen raken.”

Toch wordt in de motie van de Tweede Kamer een periode van ‘twee jaar’ genoemd, wat al wat langer is. En wat verder in het interview zeggen Huizer en Bresser dat de bodem van de put pas werkelijk in zicht is in 2013. “Dan komen we echt in de problemen als we niet overgegaan zijn.

Kortom, er is nog wat speelruimte. Die zit bij de regionale Registries, zoals Ripe NCC in Europa. Dat biedt nog ca. een jaar soelaas. Ook zijn er hier en daar nog oude blokken adressen, bevestigt Huizer: “Tot begin jaren negentig stond er geen rem op de uitgifte. Daar is vooral in de Verenigde Staten veel gebruik van gemaakt dus daar is een overschot. In Europa is dat al veel minder het geval en in Azië al helemaal niet.”

Is het erg als we het op z’n beloop laten totdat alle versie4-adressen echt uitgeput zijn? Huizer: “Vermoedelijk ontstaat er dan een flinke zwarthandel in versie 4-adressen. Dat zou nog daaraan toe zijn als dat technisch stand zou houden. Maar de routeringstabellen die in gebruik zijn moeten dan op zulke schaal worden omgezet dat dit niet haalbaar is. Ze zullen exploderen. Bovendien heb je niets aan opgekochte IPv4-adressen als je nieuwe (potentiële) klanten gedwongen op IPv6 online komen.”

Er is nog een punt dat afbreuk doet aan de urgentie: het internet stort allerminst ineen als de adressen ‘op’ zijn. De IPv4-adressen blijven immers tot in de eeuwen der eeuwen ondersteund worden voor onderling gebruik. Wat wel een probleem is: je kunt vanuit IPv4 niet naar een Ipv6-adres toe noch andersom, niet naar een website, niet met ftp en niet met Voip.

Bresser: “Azië gaat veel sneller over naar IPv6, want daar is de urgentie veel groter. Dat leidt er straks dus toe dat je als Westers bedrijf zult meemaken dat klanten in het Verre Oosten je website niet meer kunnen bereiken, of dat je niet meer kunt Voip-en met je personeel in filialen in het Verre Oosten. Of als je daar wel vasthoudt aan IPv4, ben je virtueel voor een groot deel van je omgeving afgesloten.”

Een groter probleem nog doet zich voor met applicaties. Bresser: “Heel vaak zijn internetadressen hard ingebakken in zelfgebouwde applicaties op internet, die applicaties lopen vast op IPv6. Voor de bekende applicaties als van Microsoft en Google is dat allang geen probleem meer want die zijn allemaal voorbereid op IPv6. Dat geldt ook voor alle besturingssystemen van computers, die beide versies al lang ondersteunen. Maar het probleem geldt zeker ook voor embedded toepassingen. Er zijn machines die via IP communiceren.”

Risicorapportages maken

Maar als die machines beide op een IP-nummer versie 4 draaien is er niets aan de hand. Bresser: “Maar als die machine op afstand wordt onderhouden en er is toegang tot die machine nodig, dan zul je wel moeten overgaan op IPv6, en al snel als dat onderhoud plaatsvindt vanuit bijvoorbeeld India. Daar wachten ze niet.”

Dit zijn uitzonderingen, maar die kunnen meegenomen worden in een risicorapportage. De Task Force raadt elk bedrijf aan om zo’n rapportage op te stellen: waar allemaal in de organisatie zijn IP-nummers in gebruik en op welke manier gaan we die overzetten naar IPv6? Huizer: “Elke CIO zou eigenlijk vanaf nu wekelijks op zijn lijstje van rapportages uit de organisatie een stand van zaken moeten krijgen van de overgang naar IPv6.”

Kortom, grote concerns vormen een belangrijk doelwit van de campagne van de IPv6 Task Force. Net als overheden zouden ze de markt voor IPv6 moeten gaan aanjagen. Bresser: “Vanaf nu zou er gewoon geen apparatuur en software naar binnen gehaald mogen worden die IPv6 nog niet ondersteunt. Dat is een heel belangrijk principe. Daarmee kun je voorkomen dat je straks opeens apparatuur vervroegd moet afschrijven om IPv6 te introduceren. Nu anticiperen, maakt dat invoering IPv6 tegen zeer geringe kosten kan. Wachten leidt straks tot grote investeringen.”

KPN rekent naar 2013

Dat werpt de vraag op hoe ver KPN zelf is met IPv6, want tenslotte is KPN niet enkel het grootste ict-bedrijf met honderdduizenden mkb-klanten maar ook een paar miljoen huishoudens als adsl-klant. Ze vernamen nog helemaal niets van KPN.
Op de eerste plaats speelt de vraag van voorlichting. Daarover verschillen Huizer en Bresser van mening, een gevolg van hun verschillende posities.

Bresser: “Met een uitleg van IPv6 willen we bij KPN de gebruikers niet gaan lastigvallen. Niet de eindgebruikers moeten in actie komen, maar wij moeten dat doen, de providers. Wij hebben de plicht om voor continuïteit van de verbindingen zorg te dragen.”

Huizer vindt het als voorzitter van de Task Force wel van belang om zo breed mogelijk de boodschap te verkondigen: “Het meest lastige probleem met de hele transitie vormen toch de routers thuis. Als je consumenten er bewust van maakt, ontstaan er vragen bij providers. Ook met de Consumentenbond zijn er goede contacten voor wat aandacht voor deze kwestie. Ik wil ze er niet technisch mee lastigvallen, maar consumenten wel meenemen in de campagne voor bewustwording.”

Bresser: “Zelf is KPN bezig met een strategisch programma om op tijd klaar te zijn; de Ams-Ix en de Stichting Domeinregistratie zijn al klaar. We zijn heel druk in voorbereiding in de consumentenmarkt en binnenkort zullen alle modems die we naar klanten distribueren ook IPv6 ondersteunen.”

Alles overzetten gaat dus niet meer lukken binnen ruim een jaar? “Dat is waar, maar we rekenen dat we in een jaar of drie alle modems vervangen dus in de loop van 2013 daarmee gereed zijn.”

Dat doet ook afbreuk aan de urgentie die Bresser als lid van de Task Force tentoon moet spreiden: dat het vijf voor twaalf is. “Doordat we zo snel mogelijk IPv6 ready modems uitleveren bij nieuwe orders en vervangingen, zijn er bij ons geen crash acties nodig om tegen hogere kosten ze allemaal in één jaar te vervangen. Deze planning bespaart ons in de toekomst kosten”.

Afluisteren een hobbel

Begin april startte Xs4all een publieke test waarvoor duizend klanten zich konden inschrijven. De vraag is of klanten daarvoor in de rij staan gezien het risico dat met een test altijd meekomt, hoe gering ook. Huizer: “Xs4all heeft al technische testen doorlopen dus daar verwacht ik geen grote problemen.”

Xs4all adviseert inmiddels ook haar mkb-klanten om over te stappen: “Om te voorkomen dat er straks een oud IPv4-internet, en helemaal los daarvan een nieuw IPv6-internet komt, zullen huidige servers, routers en andere apparatuur moeten worden aangepast. Xs4all adviseert bedrijven en organisaties daar nu al mee te beginnen, zodat ze straks op tijd klaar zijn voor de toekomst.”

Huizer noemt een bijkomend probleem, dat ook weergeeft dat de overgang naar IPv6 niet zo eenvoudig is als het lijkt: “Xs4all liep tegen het probleem aan van de aftapverplichting. Ingeval van een rechterlijke missive moet Xs4all internetverkeer en ook Voip van klanten kunnen laten afluisteren. De afluisterapparatuur die IPv6 ondersteunt was er nog niet.”

Bresser: “Je ziet hieraan goed dat de complexiteit van systemen toeneemt en daarmee de risico’s dat er iets fout kan gaan. Dat is een reden te meer om nu snel in kaart te brengen wat je moet gaan doen en voorbereidingen in gang te zetten voor de overgang.”

Huizer: “Wat die kans op uitval betreft in testen: IPv6 biedt wel als voordeel dat je op één IP-nummer twee providers kunt nemen waartussen je kunt wisselen, je eerste provider en een back-up.”

Dat is één van de schaarse technische voordelen van de invoering van een nieuwe versie IP-nummers. Er zijn er nog een paar:
* Autoconfiguratie van de verbindingen;
* Standaard beveiligde VPN-verbindingen
* Vloeiende overgang tussen verschillende apparaten die je gebruikt met hetzelfde IP-nummer.

Weinig geld

Dit laatste is een hele mooie, vindt Huizer: “Ongeacht het netwerk, dus of dat nu umts, wifi of vast is, kun je vloeiend doorgaan met je werk als je tussen netten schakelt met hetzelfde IP-nummer. Je kunt dus in theorie bijvoorbeeld met streaming video gewoon doorgaan met kijken vanaf je pc als je op pad gaat met je mobiele apparatuur.

Aan IPv6 hadden nog veel meer technologische voordelen gekoppeld kunnen worden volgens Huizer, zoals middelen voor kwaliteitsbeheersing van de verbindingen: “Maar bij de totstandkoming van de standaard waren de internetproviders tegen de invoering van een hele lijst met toeters en bellen. En nu hoor je juist van isp’s dat ze de overgang niet boeiend vinden omdat ze er technologisch nauwelijks meerwaarde mee boeken.”

De Taskforce Ipv6 moet het met bar weinig geld doen: 20.000 euro per jaar. Hoogleraar/directeur Huizer zelf strijkt welgeteld 1.500 euro op om zijn kostbare tijd eraan te spenderen. Huizer: “Als je dan ziet wat er besteed mocht worden aan de Taskforce Superbreedband, dan staat dan in geen verhouding. Het is goed dat bedrijven in de Task Force hun steentje bijdragen…”


Wat moeten grote organisaties doen?

De wijze raad van de IPv6 Task Force aan bedrijven:

1. Zet IPv6 op de agenda van de CIO als regelmatig terugkerend item

2. Neem IPv6 op als drop-dead criterium in alle aanschafbeslissingen die iets met Internet van doen hebben (Hardware, netwerkapparatuur, software, je Internet Service Provider(s))

3. Train personeel in IPv6 en let op IPv6 ervaring bij aannemen nieuw personeel.

4. Doe een impactonderzoek. Welke diensten zijn essentieel. Welke hardware, software en netwerkonderdelen zijn voor die diensten van belang. Zijn ze al IPv6-ready?

5. Bepaal voor alle geidentificeerde diensten een moment waarop ze IPv6-klaar moeten zijn, en werk daar rustig naartoe.

‘Task Force’ en ‘Awards’

Teneinde wat publicitaire ketelmuziek to stand te brengen greep de Task force naar een beproefd middel: de prijzenregen en die wordt om redenen van gewichtigdoenerij tegenwoordig ‘award’ genoemd. Een poging in 2008 op ermee te beginnen strandde op een totaal gebrek aan interesse, maar eind 2009 zijn de eerste gelukkigen gekozen die voortaan in de natie zich de eerste winnaars van de IPv6 Award kunnen noemen:

Het geld voor de prijs kwam geheel van de deelnemers aan de Task Force. De deelnemende partijen aan de Task Force vormen een bont gezelschap, met onder meer Ams-IX, Cisco, Esa, Ictu, KPN, de ministeries van Defensie, Economische Zaken en Landbouw, NLnet Labs, Nortel Networks, stratix, Ripe (uitgever adressen in Europa), Surfnet, Philips Research, Priority Telecom, Stichting ISP Belang, TNO, Unilever R&D, Universiteit Utrecht, Versatel, Ziggo en zelfs de krant NRC Handelsblad.

Vrijwel alle landen met een IPv6 Task Force en er is een soort van overkoepeling met een Europese IPv6 Task Force. De politieke boodschap, opdat men het weten zal: “De Europese Commissie moedigt de lidstaten aan om elk een nationale Task Force op te zetten. Zij zien in IPv6 een middel om de Lissabon-doelstellingen dichterbij te brengen.”

Ict-chef Likkanen voegde er nog pragmatisch aan toe dat mobiel internet in de problemen komt ingeval van vertraging. Hij had ook het ‘Internet of things’er nog aan toe kunnen voegen: allerhande apparatuur wordt straks van IP-nummers voorzien, van magnetrons tot navigatiekastjes.

“Bij het selecteren van de winnaars heeft de Jury gelet op motivatie, relevantie, toewijding, implementatie en impact. De winnaars scoren hoog op implementatie en impact” aldus de Jury van de IPv6 Awards. De prijzen liepen uiteen van geldbedragen tot 15.000 euro, een week lang consultancy en een laptop met een jaar lang mobiel internet. De winnaars kregen allemaal een handje van (toen nog) staatssecretaris Frank Heemskerk van Economische Zaken.

De winnaars waren:

Bedrijfsleven: Watchmouse
Overheid & Not-for-profit: Nederlandse Publieke Omroep (NPO)
Providers: BIT
Onderwijs: Hogeschool Utrecht en Universiteit van Amsterdam
Publicatie: Arnout Veenman met ISPam.nl
Particulieren: Jasper Wonnink met weblog Fix6.net

*) Dit artikel verscheen eerder in BTG Magazine

Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2024. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0