Het intensieve overleg met de FSB voor bestrijding van digitale misdaad blijkt uit een reportage over een onderzoek van Tom Kreling en Huib Modderkolk in de Volkskrant, waarvan een nieuwsbericht werd afgeleid.
De samenwerking is het gevolg van een initiatief van Martijn van de Beek, die in september 2007 als baas van de High Tech Crime Unit van de Nederlandse politie sprak tijdens een internationale conferentie in Chabarovsk, nabij de Chinese grens. President Poetin sprak er ook, voor een gehoor van ondermeer chefs van CIA, FBI, Mossad en Duitse en Zuid-Afrikaanse dienst en zijn aanwezig.
Van Beek, inmiddels in dienst van Hoffmann Bedrijfsrecherche, wist het vertrouwen te winnen van de Russen en Amerikanen die werden uiitgenodigd voor periodiekoverleg in Nederland. Een van de belangrijkste objecten werd de Russische hacker Jevgeni Bogatsjov (33), naar wie een enorme internationale klopjacht plaatsgreep, en inmiddels bij de FBI op de Most Wanted lijst staat als Evgeniy Mikhailovich Bogachev (foto).
Hij werd in 2014 geïdentificeerd als brein achter het even ingenieuze als schadelijke virus ZeuS, dat ook ABN Amro en haar klanten trof. In de Operation Tovar werkten inlichtingen- en politiediensten, universiteiten (ook VU en UvA) en bedrijven (Fox_IT vooral) samen om de bron te traceren: The Business Club. Die werd geleid door Bogatsjov (alias Umbro, Lucky12345, Monster en Slavik). Wel honderd criminelen werden gearresteerd, maar de baas zelf bleef buiten schot.
Te ijverige speurders
Uit de verhalen van afgelopen tijd (zie de links boven) valt moeilijk te ontkomen aan de conclusie dat Bogatsjov zelf voor de Russische geheime dienst en Poetin actief is. Niet zelden krijgen (cyber)criminelen de kans om aan arrestatie en berechting te ontsnappen door voor de diensten te gaan werken. Zijn ZeuS dook in nieuwe varianten op, ingezet om Russische staatsdoelen te dienen.
Hetzelfde laken een pak voor Sergej Michajlov (Sergei Mikhailov), maar dan omgekeerd: hij was waarschijnlijk al te ijverig in het opsporen van cyberboeven en heeft dat moeten bekopen met de arrestatie die wellicht door een vreselijke straf is gevolgd of zal volgen; als hij al niet een kopje kleiner gemaakt is. Tegelijkertijd werd ook Ruslan Stoyanov van het Russische beveiligingsbedrijf Kaspersky Lab onschadelijk gemaakt door de firma Poetin.
De Nederlands-Russische samenwerking in cybercrime werd overigens al met argusogen bekeken door de AIVD, gezien de kille diplomatieke verhouding met de Russen in het MH-17 onderzoek en zeker na de Russische hacks gedurende Amerikaanse verkiezingen.
Gezien de gang van zaken in Rusland zal de argwaan de overhand krijgen en zal de Nederlandse politie de samenwerking met de Russen moeten opschorten. De kans misbruikt te worden door de FSB wordt te groot. Aan de andere kant komt Kaspersky Lab, met wie Westerse bedrijven nauw samenwerken, in het nauw als het niet aan de vereiste loyaliteit aan Poetin voldoet.
Het huidige hoofd van Team High Tech Crime, Gert Ras, zegt in de Volkskrant. 'Die samenwerking is met de jaren professioneler en beter geworden, ondanks allerlei politieke spanningen. In 2016 hebben we bijvoorbeeld informatie verstrekt over Russische cybercriminelen. Zij zijn aangehouden.'
Klein bier, of een definitieve slag? Al tientallen jaren lang blijken de Russen strategisch superieur aan het Westen c.q. niet als te gewetensvol op het gebied van inlichtingendiensten. Met de komst van ‘cyber’ verandert dat niet. Alleen de Mossad is nog beter. Dat Nederland internationaal meedoet op dit terrein heeft het, ook al vele decennia lang, veelal te danken aan specifieke, wetenschappelijke kennis van hoog niveau. Momenteel dan met de beste digitale speurneuzen Fox IT, High Tech Crime eenheden, AIVD, NFI en IT-faculteiten.
Samenwerking tussen Nederlandse politie en de Russen zal niet worden opgeschort.
De twee Volkskrant-journalisten Huid Modderkolk en Tom Kreling kunnen schrijven als de besten, zelfs beter dan onderzoeken. Zij hebben de gave lezers ademloos mee te nemen in hun verhalen en wel zo dat de lezers niet altijd doorhebben dat er feitelijk nauwelijks nieuws in zit.
Dat vind ik knap. Ik moet de verhalen van Huib en Tom, of van een van hen, altijd meer dan een keer lezen om de kern vast te stellen en te concluderen dat er heel veel woorden zijn gebruikt voor het werkelijke nieuws zelf. Schrijven is kennelijk leuker dan samenvatten.
Maar het veelvuldig door elkaar gebruiken van afkortingen van inlichtingendiensten en opsporingsdiensten, gelardeerd met namen van grote landen en met klinkende termen als, geheime dienst, cybercriminelen, hackers, digitale misdaad en gevaar, vertroebelen helaas snel waar het echt om gaat.
Dat geldt zeker ook voor de beschrijving van dit fraaie onderzoek naar oude, al langer lopende samenwerkingsverbanden tussen de Nederlandse politie en hun buitenlandse collega’s. Opsporingsonderzoek over de grenzen bestaat al zo lang dat zelfs de samenwerking tussen Nederland en Rusland een baard heeft. Samenwerking tussen Nederlandse politie en collega’s in het buitenland, op bilateraal en op multilateraal niveau en binnen Europol en Interpol bestaat al jaren. Misschien vaak ad hoc en niet altijd structureel, maar toch.
Het uitwisselen van politie liaisonofficieren en die stationeren op buitenlandse ambassades is een al jaren normaal gebruik bij het opsporen van internationaal opererende misdadigers. Daarom is samenwerking tussen de Nederlandse politie en buitenlandse inlichtingendiensten – die dan tevens opsporingsbevoegdheden hebben zoals de FSB en bijvoorbeeld de Deense PET – op zich ook niet bijzonder.
Natuurlijk moet je blijven opletten, want de opsporingsdienst FSB is als het uitkomt nog steeds een inlichtingendienst. Inlichtingendiensten werken in beginsel volgens het principe ‘quid pro quo’ of ‘voor wat hoort wat’. De samenwerking met de FSB heeft dus een prijs, de Russen willen wel iets terug voor hun informatie. In opsporingsland is dit beginsel veel minder gebruikelijk.
De Volkskrant sleept in dit stuk natuurlijk ook de Nederlandse veiligheidsdienst AIVD er met de haren bij. Dat staat leuk op papier. Maar wanneer je in de kop zet: ‘Zorgen bij AIVD (..) over samenwerking’ en vervolgens in het stuk zelf zegt dat er wordt afgestemd met de AIVD komt dat eufemistisch gezegd slordig over.
Verrassend is ook dat Ben de Jong, gastonderzoeker aan de UvA en deskundig op het gebied van de Russische geheime diensten tegenover de NOS beweert dat hij de samenwerking tussen de Russen ‘opvallend’ vindt. Hieruit blijkt maar weer eens dat kenners van inlichtingendiensten niet automatisch ook veel weten over opsporingsdiensten.
Dan spreekt de opmerking van Bart Hogeveen, expert internationale veiligheid Clingendael, over de samenwerking met de FSB, meer aan: “"Wat is het alternatief? De politie moet aan opsporing doen. Als het spoor naar Rusland leidt, moet je daar iets mee doen. Anders stopt het hele onderzoek. Dus het is logisch dat de politie contact zoekt via de officiële kanalen in Rusland. Maar daarbij moeten ze dus wel heel goed opletten." . Kijk naar de rel in Manchester waar politiegegevens werden gelekt.
Het is echter veel te vroeg om te voorspellen dat de samenwerking tussen de Nederlandse politie met de Russen zal worden opgeschort.
Saillant detail is dat het voormalige hoofd van de AIVD Gerard Bouman voordat hij naar de Nationale Politie vertrok de betrekkingen tussen de AIVD en de Russische dienst FSB beëindigde door de AIVD-liaisonpost op de Nederlandse ambassade in Moskou te sluiten.
Als korpschef van de 'nieuwe' Nationale Politie herstelde hij enige jaren later de relatie met de FSB, maar nu ten gunste van de opsporingscapaciteiten van het politiekorps.