Dat zijn de belangrijkste onderdelen van het Amerikaanse vonnis van rechter Amit Mehta van het district Columbia in een van de twee grote rechtszaken over machtsmisbruik door Google. De ander gaat over de dominantie op de reclamemarkt.
Mehta stelde eerder vast dat Google vals concurreert op de digitale markt gezien de dominantie met het zoeken, Android besturing en de Chrome browser. Geen van deze onderdelen hoeft Google af te stoten, al was al rekening gehouden met de gedwongen verkoop van Chrome.
Het ministerie van Justitie eiste om Apple en andere partijen te verplichten om gebruikers keuzeschermen te bieden, met Google Search en concurrenten. Maar Mehta vindt dat dit middel te ver gaat want ingrijpt in het productontwerp.
De beurskoers van Google-moederbedrijf Alphabet steeg met een procent of 8 na de uitspraak, die van Apple steeg met 3 procent. Immers, van de circa 30 miljard dollar aan distributiedeals met Google Search komt ongeveer 20 miljard van Google Search in Safari van Apple, met wie Google 36 procent van zijn inkomsten uit zoekadvertenties in Safari deelt.
De uitspraak voorziet in de instelling van een technische commissie om te helpen bij de handhaving van het definitieve vonnis, dat 60 dagen na de uitspraak van kracht wordt en dan zes jaar zal duren (tot eind 2031).
Deze zaak werd aangespannen door het Amerikaanse ministerie van Justitie in 2020. Het departement eiste Google te dwingen om Chrome en mogelijk Android af te stoten, plus een einde aan de overeenkomsten met Apple, Samsung en andere partners waarbij Alphabet deze bedrijven miljarden betaalt voor het vooropstellen van Google-diensten.
Google mag niet meer afdwingen om de exclusieve zoekmachine op apparaten en browsers te zijn, maar mag distributieovereenkomsten met betalingen blijven afsluiten.
“Er zijn belangrijke argumenten redenen om het systeem niet op te schudden en de marktkrachten het werk te laten doen…"
"Aanklagers zijn te ver gegaan in hun eis om belangrijke activa gedwongen af te stoten, terwijl Google die niet heeft ingezet om illegale beperkingen te bewerkstelligen”,
vindt Mehta.
Heel opvallend was het argument van Mehta dat rechter zich niet enkel nederig moeten opstellen waar het om de marktwerking gaat, gezien de eigen dynamiek, maar dat de concurrentieverhoudingen met Google juist nu aan veranderingen onderhevig zijn, grotendeels door AI-technologie.
“Verschillende GenAI-producten worden al op grote schaal gebruikt. Bijvoorbeeld, OpenAI berekende zijn aandeel in de Amerikaanse markt in december 2024 op ongeveer 85 procent, Claude 3 procent, Gemini 7 procent en Perplexity en Copilot de rest… OpenAI werkt bijvoorbeeld samen met Apple, T-Mobile, Yahoo, DuckDuckGo en Microsoft.”
Google is nog in een heftige strijd gewikkeld met marktleider OpenAI. Apple sloot een deal met OpenAI om ChatGPT te integreren met verschillende iPhone-diensten, maar Google probeert daarin een bres te slaan met de Google's AI-systeem Gemini in combinatie met Chrome.
Google zal zoekgegevens moeten delen om concurrenten te helpen om schaalgrootte op te bouwen met betere zoekresultaten. Dat is best veel (p. 169 vonnis) Mehta eist niet dat het bedrijf advertentiegegevens deelt, dat is iets voor de andere rechtszaak. Perplexity deed een bod op Google Chrome, maar zal nu data van Google over zoekopdrachten en -resultaten moeten krijgen om zelf sneller te groeien, ongetwijfeld in samenwerking met een andere browser zoals Brave.
Google zei in een korte verklaring dat het vonnis terecht de invloed van AI op de concurrentie als beslissende factor noemt. Google maakt zich zorgen over de eisen die de rechter stelde aan het delen van gegevens en dat het "de beslissing nauwlettend in de gaten houdt".
Groeperingen die de zaak van het ministerie van Justitie steunden, vinden Mehta’s vonnis te slap. Ze zeiden dat hij zijn boekje te buiten ging met de milde maatregelen, gezien hij eerder had vastgesteld dat Google illegaal had gehandeld om zijn monopolie te behouden.
"Deze zwakke reactie op de meest legendarische monopoliezaak van de afgelopen kwart eeuw is een compleet falen van zijn taak en moet in beroep gaan",
vindt Nidhi Hegde, directeur van het American Economic Liberties Project. De organsiatie eist dat Justitie in beroep gaat.
Aanklager Abigail Slater schrijft op X:
“De tactiek van Google heeft concurrentie uitgesloten, consumenten geschaad en innovatie vertraagd. Het bevel tot corrigerende maatregelen benadrukt de noodzaak om concurrentie te herstellen in de lang gemonopoliseerde zoekmarkt. We wegen onze opties nu af, of de bevolen maatregelen ver genoeg gaan om dat doel te bereiken.”
Dat lijkt een mild oordeel, evenals het persbericht van Justitie over het vonnis. In de vraag of er beroep moet worden ingesteld, speelt ook mee dat er nu tenminste maatregelen volgen, terwijl die anders weer op de lange baan worden geschoven. Bovendien speelt op de achtergrond de goede relatie tussen Big Tech en de regering-Trump die het klimaat voor harder optreden ongunstiger maakt.
De vraag is ook wat Europa nog kan en wil uitrichten om de dominantie van Google aan te pakken. TechCrunch citeert William Kovacic, professor mededingingsrecht aan de George Washington University en voormalig commissaris van de Federal Trade Commission, over de gevolgen voor de Europese aanpak van Google:
“Dit leidt tot een groot debat over de vraag of de Europeanen met de Digital Markets Act het bij het juiste eind hebben. Dat wil zeggen, heb je algemene, beschrijvende regelgeving nodig, of vertrouw je op de technische beoordeling per geval? Anders gesteld: hoe verhouden zich de Europese en Amerikaanse opstelling inzake de haalbaarheid en implementatie?”
Hoge Europese boete
De Europese Commissie maakte op 5 september 2025 bekend Google een boete van 2,95 miljard euro op te leggen wegen het schenden van Europese mededingingsregels met haar dominante advertentietechnologie voor sites en kanalen van derden, die voorheen vooral bekend was als DoubleClick. Het gaat nu om drie samenhangende diensten:
Met de eerste twee dwingt google webexploitanten in een te afhankelijke positie volgens de Europese Commissie:
“Het bevoordelen van haar eigen advertentie-veiling AdX in het advertentie-selectieproces dat wordt uitgevoerd door haar dominante publisher ad server DFP, door AdX bijvoorbeeld vooraf te informeren over de waarde van het beste bod van concurrenten dat zij moest verslaan om de veiling te winnen.
En haar advertentiebeurs AdX te bevoordelen in de manier waarop haar advertentie-aankooptools Google Ads en DV360 biedingen plaatsen op advertentiebeurzen. Google Ads vermeed bijvoorbeeld concurrerende advertentiebeurzen en plaatste voornamelijk biedingen op AdX, waardoor deze de meest aantrekkelijke advertentiebeurs werd.
De Commissie heeft geconcludeerd dat deze gedragingen bedoeld waren om AdX opzettelijk een concurrentievoordeel te geven en mogelijkerwijs advertentiebeurzen die met AdX concurreren, hebben uitgesloten. Dit heeft de centrale rol van AdX in de toeleveringsketen van adtech versterkt, evenals het vermogen van Google om een hoge vergoeding te vragen voor haar dienst.”
De Commissie gelast Google om aan de dominantie een eind te maken en moet binnen twee maanden laten weten hoe dat te zullen doen. De boete blijft staan. Die betaalt Google voorlopig niet, want het gaat in beroep. Lee-Anne Mulholland, Global Head of Regulatory Affairs van Google, zei dit al in een verklaring van Google: “Het besluit van de Europese Commissie over onze diensten met advertentietechnologie is verkeerd en we zullen ertegen in beroep gaan. Er zijn momenteel meer concurrenten voor onze diensten dan ooit.”
Google heeft dit zeker al sinds 2014 gedaan. De zaak werd geopende in 2021. In de VS loopt nog een grote zaak tegen de dominantie van Google op de online reclamemarkt.
Franse boete 325 miljoen
De Franse privacywaakhond CNIL Google een boete opgelegd van 325 miljoen euro wegens het schenden van de AVG. De overtreding behelst het gebruik van cookies en advertenties in Gmail. Google vroeg geen toestemming aan Gmailers.
Google heeft gebruikers die zich wilden inschrijven op onjuiste wijze geïnformeeerrd over cookies waardoor ze zich bijna gedwongen volden om deze te accepteren, teneinde persoonlijk gerichte advertenties te ontvangen. Volgens Le Monde pakt de boete zo hoog uit omdat gebruikers van meer dan 50 miljoen Gmail-accounts waren getroffen.
In 2022 ontving de CNIL de klacht over Gmail, en ingediend door actiegroep NOYB van Max Schrems in Oostenrijk.