Trump heeft The Wall Street Journal (WSJ) aangeklaagd voor de berichtgeving over zijn mogelijke banden met Jeffrey Epstein, met publicatie van een verjaardagskaart uit 2003. Trump eist 10 miljard dollar van WSJ-eigenaar Rupert Murdoch wegens “ongelofelijke reputatie- en financiële schade”. Los van de vraag of een verjaardagskaart verband heeft met misbruik van minderjarigen waarvoor Epstein werd aangeklaagd, is de jacht op de pers in de VS door de zittende president een ongehoorde aantasting van de democratische rechtstaat.
WSJ schikt niet. Integendeel, de krant gaat de strijd aan met de zittende macht. Die is door de WSJ nimmer zo hard bejegend als door New York Times, Washington Post en CNN, die door hun houding in ‘het linkse kamp’ zijn gedreven. WSJ behandelt het beleid van het regime-Trump nuchter op grond van de daden zelf en de feitelijke gevolgen. De reputatie van WSJ staat nog fier overeind.
Palantir en vermaarde professoren
Over Palantir berichtten we eind 2017, met de nadruk op invloed van grootste aandeelhouder en president-commissaris Peter Thiel op het beleid van Trump-I. We meldden onder meer dat de Nederlandse hoogleraar Nico van Eijk, later chef van de toezichthouder van de geheime diensten in Nederland, CTIVD, deel uitmaakte van de Palantir Council of Advisors on Privacy and Civil Liberties (PCAP).
Dat is een adviesraad met eminente wetenschappers waarvan bijvoorbeeld Chris Hoofnagle en Sébastien-Yves Laurent nog deel van uitmaken. De Franse hoogleraar won recent nog de prestigieuze Grand Prix du renseignement 2024 voor zijn boek État secret, État clandestin. Essai sur la transparence démocratique. Uit de aanbeveling:
“In de schaduw ontstond een clandestiene staat, die zich bezighield met fysieke liquidaties, destabilisaties in de digitale wereld en buitengerechtelijke gevangennemingen. De democratie is hierdoor duurzaam verzwakt. Toch is dit onze wereld.”
Praktisch gezien ziet deze adviesraad erop toe dat Palantir binnen de wettelijke grenzen blijft met haar leveranties, zonder aansprakelijkheid voor de toepassing door afnemers in de praktijk. Zo vormt de PCAP een schaamlap waarmee Palantir haar datamacht in het domein van veiligheid optimaal kan uitbreiden met allerhande bedenkelijke regimes en met legale opsporings- en inlichtingendiensten. Van Eijk heeft over zijn werk daar nooit iets willen zeggen, want het was geheim.
Respect voor privacy
In het gedeponeerde jaarverslag over 2024 stelt Palantir dat een afdeling Privacy and Civil Liberties Engineering van “ingenieurs, juristen, filosofen en sociale wetenschappers” verantwoordelijk is voor het “waarborgen van een cultuur van verantwoordelijkheid rond ontwikkeling en gebruik van onze technologie” met onder meer privacy by design en dialoog over ethische kwesties.
“Het team wordt ondersteund door de Palantir Council of Advisors on Privacy and Civil Liberties, een groep onafhankelijke experts in privacywetgeving, -beleid en -ethiek die ons helpen de implicaties van ons werk te begrijpen en aan te pakken.”
Firma stiekem
Palantir besteedt alinea’s lang aandacht aan privacy en mensenrechten die het “respecteert”. Gesteld wordt ook dat Palantir dus niet werkt voor de Chinese overheid. De facto zijn afnemers verantwoordelijk voor de wettelijke grenzen. Palantir is betrokken (geweest) bij talloze heimelijke operaties die geleidelijk aan in de openbaarheid zijn gekomen dankzij uitgelekte documenten, onderzoeken of onthullingen door klokkenluiders.
De software van Palantir analyseert DNA, vingerafdrukken en bewakingsbeelden real-time, waardoor instanties verdachten snel kunnen identificeren. Dat kan helpen bij het voorkomen van aanslagen, zoals met de koppeling van financiële transacties, reisgegevens en contacten. Palantir speelde een sleutelrol in de War on Terror en oorlogen in Afghanistan en Irak.
Palantirs datamining en -integratie staan ook centraal in de Amerikaanse binnenlandse surveillance en wetshandhaving, onder meer voor beperking van immigratie, voorspellingen van misdaad en netwerken voor het delen van inlichtingen tussen instanties.
Palentir werkt aan het Army Vantage-platform voor het Pentagon, evenals Maven met AI-gedreven real-time surveillance, objectdetectie en besluitvorming. Met name Project Maven werd in 2025 uitgebreid toen de militaire interesse in AI-surveillance toenam. Recent kocht de Nato dit systeem.
Palantir levert in de VS data-analyse aan Defensie, NSA, FBI, CIA, Korps Mariniers, Luchtmacht, Special Operations Command en CIA, en bouwt software voor de ICE (Immigration and Customs Enforcement) waarvan uitkomsten worden gebruikt voor invallen bij werkgevers en het volgen van immigranten. Palantir heeft met de politie van New Orleans voorspellende software heimelijk getest en deze is door andere diensten op kwalijke manieren ingezet.
Palantir wordt vaak op de korrel genomen, zoals door Sean Muller in The Political Economist, waarin hij Palantir ook ’s werelds meest kwaadaardige bedrijf noemt. Echter, de platforms van het bedrijf helpen ook om drugshandel, femicide en kindermisbruik te bestrijden.
Europa
Palentir doet het goed in een Europa waar veiligheid steeds zwaarder weegt ten opzichte van vrijheid en privacy. Europol gebruikt Palantir (Gotham) sinds 2016 voor contra-terrorisme-analyse, zo heeft de Europese Commissie bevestigd. De implementatie verliep via Capgemini.
Frankrijk sloot na de aanslagen van 2015 een contract met Palantir, en verlengde dit later. In Duitsland lag politietoepassing van Palantirs analysetools onder vuur in Hessen en Hamburg, en werd in een rechtszaak illegaal verklaard.
In Engeland kreeg Palentir voet aan de grond bij de nationale gezondheidsdienst voor het NHS Federated Data Platform met felle kritiek tot gevolg, onder meer via een actieve organisatie NoPalantir.
(Over toepassing in Nederland volgt een apart artikel.)
Maffia
Een artikel van Wall Street Journal dit weekend heeft als kop “The Palantir Mafia Behind Silicon Valley’s Hottest Startups” (cadeaulink): De Palantir-maffia achter de populairste startups van Silicon Valley.
De term heeft WSJ echter niet zelf geplakt, maar haalt die uit een uitnodiging voor een congres van investeringsfonds South Park Commons in samenwerking met Palantir, waar “verschillende leden van de 'Palantir Mafia'" zouden spreken.
En de term wordt gebruikt door Ross Fubini, oprichter van investeerder XYZ Capital, die al in 2017 voorspelde dat Palantir de volgende "oprichtersmaffia" zou worden.
"Interesse van het durfkapitaal in de Palantir-maffia is de afgelopen jaren toegenomen…Palantir-alumni begonnen uitzonderlijke bedrijven in harde industrieën.”
Opvallend veel oprichters en directeuren van startups in Silicon Valley werkten ooit bij Palantir en bogen op het grote netwerk van ‘ex-Palentirs’. Gewezen werknemers van Palantir hebben ruim 350 technologiebedrijven opgericht en/of leiden ze, en minstens een dozijn ervan wordt gewaardeerd op meer dan 1 miljard dollar.
Geharde mensen
Dat beweert Luba Lesiva. Zij was tien jaar terug hoofd investor relations bij Palantir en leidt nu investeerder Palumni VC dat investeert in startups opgericht door ex-Palantir werknemers. Hun harde mentaliteit vormt de sleutel:
“Drop deze technici midden in de woestijn, of in een kantoorpark in het Middenwesten met een serverrek en een schroevendraaier…Ze kennen een hoge werk- en pijncapaciteit. Ze kunnen op glas kauwen.”
Niet enkel hun kennis van data-analyse en hun hardheid zijn oorzaken van grote slaagkansen elders, ook hun vermogen om zich aan te passen, ingebed in verre en/of vreemde omgevingen is een groot voordeel. WSJ noemt een aantal voorbeelden, onder wie Nick Noone die voor Palantir “speciale militaire projecten” deed voor regimes in Jordanië, Irak, Syrië en Duitsland. Hij richtte vervolgens Peregrine Technologies op dat inlichtingenplatforms bouwt met lokale overheden en opsporingsdiensten.
Het is al 2,5 miljard dollar waard. Een ander bedrijf van ex-Palantirs, Anduril Industries, dat platforms maakt voor nationale veiligheid en veel levert aan Defensie in de VS, werd recent gewaardeerd op ruim 30 miljard dollar.
Er is hier en daar wel kritiek op bedrijven juist omdat ze worden geleid door ex-Palantirs, vooral bij doelgroepen die kritisch zijn over de geheimzinnigheid van de activiteiten van Palantir en veel van de ‘spin-offs’. Maar dat overheerst niet. Het artikel verhaalt over gezellige bijeenkomsten van de ex-Palantir medewerkers met bijvoorbeeld samen kamperen.
Een aantal van hen werkt nog samen met Peter Thiel. Echter, WSJ gaat niet dieper in op de invloed op de Westerse samenlevingen van het netwerk van de platforms voor beveiliging zoals die door Palantir en daarvan afstemmende bedrijven wordt gevormd. In hoeverre daarop het predikaat “maffia” van toepassing is, blijft ongewis.