Zodra ik m’n hielen licht voor toiletbezoek, zie ik ze bij terugkeer op hun scherm blikken. Dat is normaal. Dat ik m’n telefoon heb uitstaan in m’n tas – als ik het ding al meeneem - is abnormaal. Eén vriendin maakt het nog bonter, want ze weet vaak bij God niet waar die telefoon toch gebleven is.
Overal en letterlijk overal heerst de telefoon: in treinen, bussen en trams, op straat, in auto’s in de file, voorafgaand aan voorstellingen, tijdens vergaderingen, op sportscholen en -verenigingen in de kleedkamers, in het zwembad, aan zee. Vroeger was de ‘pauze’ tijdens werk of bijeenkomst voor de sociale omgang, nu voor het scherm.
En waag het niet om je te verzetten. Deze week een vrouw, net als ik met hond aan het strand, des ochtends om half zeven. In paniek naar me toe: “Ik ben m’n telefoon verloren.”
Ik: “Lekker dan, waarom neem je het ding mee?”
Vrouw, direct boos: “Als ik moet bellen.”
Ik: “Om half zeven ’s morgens bellen op dit prachtige stille strand…”
Vrouw: “Nou ja, ik bedoel appen.”
Ze was tenminste eerlijk. Vonden haar telefoon terug en een dag later…hing die in een tasje om haar schouder. Krankzinnigheid heerst in de wereld. Dat laatste appje, tweet, post met of zonder filmpje van TikTok, Insta en Snapchat, we mogen het niet missen,
Moet je de wetenschap en andere deskundologen nog inschakelen om vast te stellen wat iedereen met het blote oog kan zien? Ben ik een morele betweter, een purist, blij dat pas met een familiebijeenkomst hier te huize de schermen urenlang ongezien bleven?
Schermtijd inclusief tablet en tv
Ja, deze inleiding is populistisch gemopper, toch maar over naar het serieuze debat met die wetenschap, met inhoudelijke kritiek. Deze week schreef ik inhoudelijk over het overheidsadvies van Vincent Karremans (foto), de laatste daad van VVD- talent als staatssecretaris van VWS. Inmiddels is hij minister van Economische Zaken in plaats van een PVV’er.
Aan het nieuwsbericht over de richtlijn heeft de grote afdeling communicatie van het ministerie van VWS na wat vreemd geharrewar de richtlijn van wetenschappers en de begeleidende brief van Karremans toegevoegd. En bovendien plotseling een Factsheet Richtlijn Gezond Schermgebruik voor Opvoeders, met de wetenschappelijke nadruk op opvoeden onder de leeftijdsadviezen van Karremans waar diezelfde wetenschap kritiek op heeft.
Er resteren vragen. Immers, het advies luidt om kinderen tot groep acht nog geen smartphone te geven, maar ook voor maximale schermtijden tot de leeftijd van 12 jaar. Als kinderen geen smartphone hebben, waarvoor geldt dan de maximale half tot twee uur per dag schermgebruik? Voor de televisie of…?
Roos Schelberg, woordvoerster VWS: “Inderdaad is dat het totaal inclusief tijd voor televisie en bijvoorbeeld een iPad. Jonge kinderen hebben soms zelf een iPad of mogen de iPad van hun ouders gebruiken.”
Voor iedere 12-plusser geldt als advies: maximaal drie uur per dag. Tot en met welke leeftijd geldt dit, want dat staat er niet bij? Ook voor volwassenen?
Schelberg: “Het advies gaat over jongeren en niet over volwassenen.”
Er ontstaat een wat kribbige conversatie. Voor de jongere leeftijdsgroepen staat er wel een laagste en hoogste leeftijd bij maar voor 12+ niet. Waarom staat dat er niet bij? En geldt die drie uur inclusief (school) werk? Waarom niet duidelijk?
Schelberg: “U kunt blijven vragen, maar voor de antwoorden moet u echt in het onderzoeksrapport zelf kijken.”
In het wetenschappelijk advies staat: “De definitie die we hanteren in dit rapport is: ”Het gebruik van (digitale) schermen, zoals smartphones, tablets, computers, televisies of spelconsoles in het dagelijkse leven.”
En dezelfde tijden als in de factsheet staan in het advies, dus maximaal 3 uur per dag gebruik voor 12+. Dit betekent dat als je de definitie handhaaft de maximaal drie uur telt voor de verschillende schermen samen. Als de 15-jarige twee uur video per dag kijkt via YouTube, TikTok, insta en misschien zelfs via een ouderwetse televisie, plus een uur appt, dan is de grens al bereikt.
En hoort huiswerk er dan ook bij? Het zijn wellicht zeurderige vragen, zoals de voorlichter van VWS impliceert. Maar als je pretendeert met adviezen te komen als overheid, wetenschap en deskundigenpact, mag je dan helderheid verwachten? Nog lastiger wordt het ontdekken van een uniforme richtlijn voor leeftijdsgrenzen.
Meer verwarring: 13 jaar is geen 13 jaar
In het advies van de wetenschappers staat: “Een concreet leeftijdsadvies voor smartphones kan op dit moment nog niet door onderzoek worden onderbouwd. Een smartphone is een multifunctioneel apparaat dat voor verschillende doeleinden gebruikt kan worden, zoals bellen, navigeren, schoolroosters bekijken of sociale media gebruiken.
We weten dat wát een kind online doet en waarom, relevant is, en niet zozeer op welk apparaat dit gebeurt. Wel kunnen afspraken tussen ouders over de leeftijd waarop hun kind een eigen smartphone krijgt, helpen bij het praktisch uitvoeren van een leeftijdsadvies voor sociale mediagebruik.”
De wens voor het stellen van een leeftijdsgrens voor sociale media is helder, maar eensgezindheid over de grens is er niet. De wetenschappers vinden niet dat er sprake is van een alarmfase, immers: “Bij het bepalen van die leeftijd is het belangrijk om niet alleen oog te hebben voor de mogelijke risico’s van sociale media, maar ook voor de mogelijke voordelen…Onderzoek naar de ideale leeftijdsgrens voor het gebruik van sociale media is zeer beperkt en indirect.”
Er staat ook in dat meisjes het meest gevoelig voor negatieve effecten van sociale media zijn tussen 11 en 13 jaar en jongens tussen 14 en 15 jaar. En ook: “Schermregels leiden bij jongeren tot 13 jaar tot een verminderd risico op het ontwikkelen van symptomen van een sociale mediaverslaving, tussen 13 en 16 jaar is er geen effect van schermregels, en vanaf 16 jaar vergroten schermregels juist de kans op dergelijke symptomen.”
Dan knipper je even met de ogen met de vraag: hoe zit het dan met regels en met handhaving? Je stelt de telefoon van een 16-jarige in op maximaal drie uur gebruik van sociale media en daarmee vergroot je de kans dat het kind verslaafd raakt? Zoiets als drugs verbieden en een grotere kans op verslaving?
Vervolgens schuiven de wetenschappers een peiling onder professionals naar voren, gehouden tijdens de Kennisdag van Netwerkmediawijsheid (12/05/2025) en onder beleidsmedewerkers van vier ministeries. Twee derde ziet van deze deskundologen ziet niets in een leeftijdsadvies.
Een tweede peiling onder de ‘kenners’: “We hebben de mogelijkheid van een leeftijdsgrens voor sociale media ook voorgelegd aan onderzoekers, maatschappelijke organisaties en politici. Het merendeel van de leden in de wetenschapscommissie (80 procent) liet weten niet voor een leeftijdsverbod te zijn, maar wel voor een leeftijdsadvies (67 procent) voor het gebruik van sociale media. Deze verhouding komt overeen met onze [eerste] peiling.”
Er staat ook een fout: in bovenstaande figuur staat > 13 als voorkeur voor een te adviseren leeftijdsgrens voor toegang tot sociale media, wat betekent: vanaf het 14e jaar wel. Echter, in de tekst staat: “65% is vóór een leeftijdsgrens waarbij het merendeel voorstander is van het advies om kinderen onder 13 jaar geen toegang tot sociale media.”
Wel WhatsApp, nog geen TikTok
Wat is het nu, onder de 13 of boven de 13? Als wetenschappers al niet met cijfers kunnen omgaan, wordt het voor opvoeders verwarrend. Wetenschappers stellen dat 13 jaar de overgang is van basis- naar voortgezet onderwijs en interactie via het scherm daarbij helpt. Ook kunnen ouders dan nog op hun koters invloed uitoefenen.
Echter, vervolgens treedt de volgende verwarring aan het licht, het onderscheid tussen sociale media en sociale interactie zoals appen. Want ineens blijkt die 13 jaar-grens over Whatsapp te gaan volgens het wetenschappelijk advies: “Dus, een leeftijdsadvies vanaf 13 jaar voor sociale interactie.
Ze noemen WhatsApp “een realistisch, pedagogisch verantwoord en uitvoerbare mogelijkheid om gezond sociale mediagebruik bij kinderen te stimuleren. Het stelt opvoeders in staat om kinderen actief te begeleiden in hun digitale ontwikkeling. Als kinderen digitaal vaardig en mediawijs zijn, kunnen ze met toestemming van opvoeders overstappen op andere sociale media platforms.”
VWS adviseert dan geen sociale media tot het 15e jaar, dus dat scheelt één of twee jaar met de opvatting van wetenschappers. Voor appen wordt dan 13 jaar gehanteerd, overeenkomstig genoemd citaat van de deskundigen.
Ook zijn VWS en wetenschappers het eens over het negatieve voorbeeld van verslavend gebruik door opvoeders zelf. Daar hoef je geen wetenschapper voor te zijn. Wie een huiskamer of andere (openbare) ruimte binnenloopt ziet direct dat de telefoon grootschalig de aandacht domineert van volwassenen.
Bij het wetenschappelijk of deskundigenadvies waren 27 clubs betrokken. Die zijn belangrijk voor de verbreiding van de boodschap. Gaat het wat uitmaken? Regels worden in Nederland al niet gehandhaafd, zouden adviezen tegen verslaving dan wel wat uitmaken? Alcohol, roken, zoetigheid, drugs, wat is het effect.
Wat concrete adviezen aan die opvoeders:
Normen en worstelingen
Er was een oproep van Lubach bij RTL: “Dus ouders van Nederland, regel dit!” De kranten boden goede reportages over gezinnen en hun worstelingen met schermgebruik. Wel zo informatief als de wetenschap. In het commentaar van de Volkskrant over het advies van de regering schrijft Haro Kraak dat wetenschappers gratuit op de voordelen van sociale media wijzen, en dan:
“Er is simpelweg tegenwicht nodig. Dat de adviezen van de overheid aan de strenge kant zijn, maakt niet uit; ze moeten nastrevenswaardig zijn. Het is al winst als de norm verschuift…Uit een recent onderzoek van Unicef onder duizend Nederlandse kinderen bleek dat 57 procent vindt dat de overheid regels moet maken om het eindeloze scrollen tegen te gaan.”
Dan schrijft Kraak dat jongeren van 15 tot 21 jaar gemiddeld bijna zes uur per dag de telefoon gebruiken. “Iedereen weet dat dit niet gezond is, jongeren zelf ook.” Maar deze leeftijdsgroep wordt domweg genegeerd in het advies.
Dan komt alles rijkelijk laat. Wouter van Noort schreef het uitstekende boek Is daar iemand -Hoe de smartphone ons leven beheerst al in 2017, over zijn eigen verslaving, de oorzaken en mogelijke remedies. Over de verslaving schreef ik in 2011 in een Facebook-book onder de term facebookoholic (online nu).
Jarenlang gepubliceerd genuanceerd wetenschappelijk onderzoek maakte weinig los, tot in 2024 het alarmisme het pleit won dankzij Jonathan Haidt met The Anxious Generation (vertaald als Generatie Angststoornis) met onder meer 600.000 likes op Instagram (o, zoete ironie) voor een interview met hem. Zijn boodschap: jongeren tot 16 jaar moeten we weghouden van sociale media.
Haidt stuitte op veel wetenschappelijke kritiek, onder meer bij Nature en London School of Economics en ook in Nederland. Dat laatste werd ondertekend door onderzoekers als Ina Koning, Helen Vossen, Regina van den Eijnden, Amber van der Wal en Peter Nikken die allen een belangrijke bijdrage leveren aan het smartphone-rapport voor VWS.
Hoe goed gefundeerd en juist ook hun inhoudelijke kritiek, soms volstaat de nuance van de wetenschap niet om een boodschap goed over het voetlicht te krijgen in de samenleving. Ze hebben jarenlang braaf gepubliceerd maar wie stak de vinger op dat het de spuigaten uiitloopt met verslaving?
Dezelfde wetenschappers en deskundigen (zoals Justine Pardoen) vrezen nu dat de wat heldere leeftijdsgrenzen de boventoon gaan voeren in de overheidscampagne. Ze verwerpen de eerste vertaling van hun onderzoek.
Zij vinden dat de dialoog moet domineren in de opvoeding. Rationeel gezien hebben ze ongetwijfeld gelijk, zeker voor de bubbel van hoog opgeleiden en hun eigen gewoonten en vermogens. En voor hun eigen business. Falen is een groot woord, maar je kunt nuanceren en onderzoeken tot je een ons weegt. De biodiversiteit gaat naar de knoppen, de sociale omgang, en nog zo wat van die dingen.
Ik denk dus dat velen meer gebaat zijn bij heldere normen van de overheid zoals opgesteld door Karremans dan bij omslachtige adviezen. Die tegenwoordig bovendien snel ten prooi vallen aan meningen. Over dit onderwerp zijn deskundigen het immers allerminst eens (deze onderzoekers versus 3.000 medici van een verzoek tot een verbod).
Dat is voor ouders, leraren en kinderen onnodig verwarrend.
*) Beeld: zonnebloemen aan zee, Noordwijk, 19 juni 2025 (CC)