Vincent Karremans (foto) maakte gisteren zijn lang verwachte advies voor telefoongebruik door jeugd bekend. Maandag 16 juni 2025 werd eerst gelekt via RTL, wat werd overgenomen door de NOS, zoals met de strategische communicatie beoogd.
Vervolgens kwam het ministerie van VWS op 17 juni met een nieuwsbericht naar buiten, zonder te verwijzen naar het eigen leeftijdsadvies en bijbehorende advies van wetenschappers. (Dan ga je zoeken op ‘smartphone’ bij Google News en stuit dan op de introductie van Trump Mobile, ook voor alle Amerikaanse kinderen. Zo zot is de wereld van vandaag.)
Verschil tussen appen en tiktokken
Het advies van VWS en de begeleidende brief van Karremans staan op Netkwesties. Marloes de Koning schreef gisteren al een achtergrondverhaal voor NRC op grond van het (verwachte) advies. Dat is opgesteld door onderzoekers Ina Koning van de Vrije Universiteit en Helen Vossen, Regina van den Eijnden en Hilde Brons van de Universiteit Utrecht.
In hun wetenschappelijke richtlijn staan de leeftijdsgrenzen niet, dus wat moeten ouders daar dan mee? Vandaar het extraheren van de leeftijdsgrenzen die naar RTL zijn gelekt. Karremans geeft in de brief de volgende leeftijdsadviezen
Smartphone: Vanaf groep 8: (Indien eerder: onder begeleiding van een ouder oefenen)
Sociale interactie platforms/berichtendiensten (WhatsApp, Signal): vanaf de middelbare school
Sociale media platforms (TikTok, Instagram, Snapchat): vanaf 15 jaar
Immers, wetenschappers en andere deskundigen op dit terrein bevinden zich in een bubbel waarin ze, al dan niet zelf ouder, de principes van hun leven bewust kunnen overdenken. Maar een groot deel van de ouders kunnen zo’n mooi rapport en alle nuances niet bevatten, duidelijke normen wel.
Niet dat het onderzoek genegeerd is, want de vier principes meldt de staatssecretaris wel voor de wat heet een “Rijksbrede strategie”, met onder meer een grote campagne na de zomer:
Koning tegen NRC over de keuze om niet tot verboden te komen waarvoor werd gepleit: “Dat staat veel te ver van de werkelijkheid af. Het maakt ook dat kinderen dingen stiekem gaan doen en het gesprek met ouders niet aangaan. Je wilt dat je kind naar je toe durft te komen als ze schadelijke content tegenkomen. Een verbod draagt niet bij aan gezond mediagebruik.”
Karremans zelf beaamt in zijn brief aan de Tweede Kamer:
Lange tijd
Karremans verwijst naar de KidsRight Index 2025 waaruit de zorgen over (te veel) scherm- en sociale mediagebruik blijken, zoals de negatieve effecten op de fysieke en mentale gezondheid. Hij verwijst ook naar onderzoek van de Universiteit Utrecht over de negatieve invloed van intensief gebruik van games en sociale media adolescenten op hun psychologisch, sociaal – schoolfunctioneren, van Van den Eijnden en Ina Koning .
Dat is uit 2018, we zijn nu zeven jaar verder. In 2021 volgde van dezelfde onderzoekers een internationaal onderzoek naar slaapgebrek door telefoongebruik. Het nu gepresenteerde onderzoek is breed gedragen, en ontstond in overleg met onder meer het Nederlands Jeugdinstituur (NJI), RIVM, Trimbos, Netwerk Mediawijsheid en GGD’s.
Vooruitlopend op dit onderzoek gaf VWS nog opdracht tot twee andere onderzoeken:
Hoe kinderen, ouders en leerkrachten in de opvoeding en onderwijs omgaan met (sociale) media, met tips voor ouders (Nikken et. al., 2025)
Internationale vergelijking online opgroeien (Berenschot, 2025)
Eerder appen dan tiktokken
Het onderscheid tussen platforms voor sociale interactie (vooral persoonlijke communicatie) en sociale media (openbare communicatie) lijkt kunstmatig. VWS noemt de laatste “aanzienlijk meer verslavend”, maar wie gadeslaat hoe mensen (ongeacht leeftijd) vinden dat ze instant moeten reageren op allerhande appjes, weet dat die behoorlijk verslavend zijn.
Niettemin stelt VWS dat onderzoek laat zien “dat juist de verslavende elementen, samen met schadelijke content, een overwegend negatieve impact op het welzijn van jongeren heeft, terwijl sociale interactie platforms overwegend een positief effect hebben”. (Amber van der Wal e.a., UvA et al., 2025 ).
Uit dit onderzoek leidt VWS af dat “een leeftijdsadvies vanaf 13 jaar voor sociale interactie platforms een realistisch, pedagogisch verantwoord en uitvoerbare mogelijkheid is om gezond sociale mediagebruik bij kinderen te stimuleren. Het stelt opvoeders in staat om kinderen actief te begeleiden in hun digitale ontwikkeling. Als kinderen digitaal vaardig en mediawijs zijn, kunnen kinderen met toestemming van opvoeders overstappen op sociale media platforms.”
De 13 jaar is om praktische redenen vertaald naar “de overgang naar de middelbare school”. Ook voor beginnen met sociale media platforms is daarop een heldere grens gekozen: vanaf 15 jaar. “Ik kies voor één leeftijd om opvoeders een duidelijke norm mee te geven. Dit geeft kinderen de tijd digitale weerbaarheid en mediawijsheid verder te ontwikkelen en opvoeders de ruimte dit proces goed te begeleiden.”
Voor het verschaffen van de eerste telefoon ervaren kinderen, en dus ouders groepsdruk. Om die weg te nemen ontstond de adviesleeftijd voor de eerste smartphone “vanaf groep 8”. De drie leeftijdsadviezen vormen een helder geheel volgens VWS, vertegenwoordigd door de demissionaire staatssecretaris Karremans.
Aanvullende tips
Wetenschappelijke Richtlijn gezond schermgebruik stelt wel:
Ondanks de roep van ouders en artsen die een brandbrief ondertekenden voor zo’n verbod, is er dus niet gekozen voor een wettelijk verbod. Daar zijn we blij mee. Het zou ons wegleiden van waarover het echt moet gaan: kinderen hebben mediaopvoeding nodig.
Die leeftijdgrenzen zijn een beslissing van de staatssecretaris zelf. We zijn daar niet zo blij mee: door eenzijdig op die leeftijdgrenzen te focussen, ondermijnt de overheid de mogelijke impact van het rapport van de VU/UU-onderzoekers. Want die benadrukken juist dat er niet één oplossing is die voor iedereen werkt. En dat je er met een leeftijdsgrens niet bent.
Het gaat om de opvoeding. Het grootste probleem is niet dat kinderen op sociale media zitten of spelen met digitale schermpjes. Het probleem is dat we ze er zonder digitale zwemles in gooien.
Maar gelukkig komt er dus geen verbod. Want laten we vooral niet vergeten: de aantrekkingskracht van digitale media wordt niet alleen door verslavende algoritmes veroorzaakt. Online media zijn ook leuk, spannend en leerzaam. Voor veel kinderen is het een plek waar ze ontspannen, lachen, creatief zijn, contact maken met vrienden, ontdekken, nieuwe dingen leren en zichzelf uiten.