Op 1 mei 2015 publiceerde de Volkskrant op de voorpagina een bericht over de bewaarplicht van communicatiegegevens. In januari pleitte Ward Ferdinandusse van het OM in NRC en op Netkwesties voor handhaving van de bewaarplicht en schaarden VVD-politici zich achter een nieuwe bewaarplicht.
De strekking van deze pleidooien is dat politie en OM zonder de communicatiegegevens niet afdoende kunnen opsporen en bewijs verzamelen. Deze data vertellen echter vaak nog meer over iemands privéleven dan de inhoud van de communicatie zelf. Het verzamelen en opslaan daarvan vormt dus een vergaande inbreuk op de privacy.
Tot voor kort moesten deze gegevens van alle gebruikers in Nederland door de verschaffers van telecommunicatiediensten voor een jaar worden bewaard, zonder dat sprake was van enige concrete verdenking. Het ging dus om een vergaande inbreuk op het privéleven van alle ingezetenen in Nederland.
Losse schroeven
De juridische basis was de Europese dataretentierichtlijn die het Hof van Justitie vorig jaar nietig heeft verklaard omdat zij in flagrante strijd was met in Europa geldende elementaire privacybeginselen.
Dit betekende dat ook de in Nederland geldende vergaande bewaarplicht op losse schroeven kwam te staan. Daar het Nederlandse bestuur geen haast maakte om deze aan te passen, was een beslissing van de Haagse voorzieningenrechter nodig om de Nederlandse regeling buiten werking te stellen. Dat gebeurde op goeddeels dezelfde gronden als die van de Europese rechter.
OM en politie menen dat zonder deze gegevens geen behoorlijke opsporing en sluitende bewijsvoering mogelijk zou zijn, omdat:
a. de 'nieuwe generatie' verdachten zich in het opsporingsonderzoek steeds vaker op haar zwijgrecht zou beroepen;
b. een onderzoek van 130 dossiers zou hebben uitgewezen dat zonder deze gegevens de zaak niet 'rond' zou zijn gekomen.
Beide gronden zijn ondeugdelijk. Bovendien is het tijdstip waarop het bericht naar buiten is gebracht politiek ingestoken.
Zwijgrecht
De eerste bewering over het zwijgrecht van de verdachte geeft blijk van een bedenkelijk inzicht in de rechtsstaat. Binnen het strafrecht wordt het beginsel dat de verdachte niet zelf behoeft mee te werken aan zijn veroordeling (en dat hij dus mag zwijgen) als uitermate fundamenteel beschouwd.
Wat OM en politie suggereren is dat dan maar een ander fundamenteel beginsel geschonden moet worden, namelijk dat het recht van alle burgers om vertrouwelijk en onbespied te communiceren opzij wordt gezet.
De tweede bewering is om meer dan een reden aanvechtbaar. OM en politie hebben gedurende de tijd dat de bewaarplicht gold (meer dan vier jaar) geen enkele moeite gedaan om te onderzoeken of de bewaarplicht tot een significante verbetering van de opsporingspraktijk heeft geleid ten opzichte van de tijd dat deze nog niet bestond.
Niet steekhoudend
Dit is incidentenpolitiek waar we al eerder voor hebben gewaarschuwd. De 130 gevallen die zij nu bij elkaar hebben geschraapt - van onafhankelijk onderzoek is geen sprake - blijken bij verificatie door deskundigen niet steekhoudend te zijn.
Voor een deel is dubieus of ze aan beslissend bewijs hebben bijgedragen en voor een deel is dubieus of het bewijs niet ook zonder de exorbitante bewaarplicht zou zijn geleverd.
Het tijdstip waarop dit 'nieuws' naar buiten is gebracht, lijkt bovendien politiek ingestoken om de reparatiewetgeving die in de maak is in voor OM en politie gunstige zin te beïnvloeden. Dit is incidentenpolitiek waar we al eerder voor hebben gewaarschuwd.
Ongebreideld verzamelen
Wij bevinden ons in een fase waar de 'big data' verzameldrift op tal van gebieden om zich heen grijpt. Het ongericht en ongebreideld verzamelen van persoonsgegevens wordt goedgepraat met het argument dat de overheid er pas naar kijkt als het nodig is.
Op 4 mei herdachten wij het verzet tegen de Duitse bezetting. Een van de grote heldenfeiten uit die bezetting is de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister met als doel verzamelde persoonsgegevens te vernietigen om de Duitse bezetter te verhinderen onschuldige burgers op te pakken. Afgezet tegen het gemak waarmee vandaag over het massaal verzamelen van persoonsgegevens wordt gepraat, lijkt dat zo langzamerhand wel heel lang geleden.