De sterke wil van Michiel Mol om altijd de beste te willen zijn, te willen winnen

'Het was een speeltuin, maar we presteerden op hoog niveau'

Een interview met Michiel Mol over de geschiedenis van internet met zijn Amsterdamse bedrijven zoals het vermaarde Lost Boys kan alleen maar boeien. En dan nu de ruimte in.

C.V.

1969 geboren op 4 augustus in Delft

1987 - 1992 Wiskunde en Informatica Universiteit Leiden

2002-2006 Medeoprichter-eigenaar Guerrilla Games

2002-2011 Medeoprichter-directeur Media Republic

2006- 2007 CEO en aandeelhouder Spyker Cars en Spyker F1

2007-heden Aandeelhouder Force India

2010-heden Medeoprichter-eigenaar-directeur Space Expedition Corporation

Michiel Mol op Wikipedia

Space Expedition Corporation (op Facebook)

 

Wanneer begon je met internt?

“Ik was wel als kind al bezig met computers en spelletjes aan het programmeren. Ik had wel een akoestisch modempje om bij bulletin boards in te bellen, maar in 1993 kwam ik voor het eerst in aanraking met internet. Maar ik snapte het niet. Ik had geen idee wie erachter zat, van wie dat dan was. Hoe waren de afspraken? Wat zat ertussen. Ik wilde dat weten. Het duurde even voor ik dat open principe snapte.”

Kun je het begin nog herinneren?

“Ik was afgestudeerd, maar had nog een jaar over van de zes jaar studiefinanciering. Dus ik studeerde officieel filosofie maar was meer aan het programmeren.

We begonnen het met drieën serieus aan te pakken in 1993. We hebben alle drie elk 70.000 gulden geleend van onze ouders, en een jaar later weer zo'n bedrag.

Jan-Pieter Melchior deed meer de verkoop en het creatieve werk, Kees Kousemaker meer financieel en operationeel en ik was simpelweg de programmeur. Ik vond het heerlijk om te programmeren. Letterlijk dag en nacht werken, weken van ’s morgens heel vroeg tot ik ’s avonds het bed in rolde. Alleen even douchen en weer achter de machine.”

Codeerde je alles zelf in het begin?

“Ja, programmeren kun je ongeveer dag en nacht doen, langer dan andere banen. We maakten in het begin maar wat demo’s en probeerden klussen te krijgen. Na een half jaar, negen maanden begon het te lopen met ondermeer opdrachten voor Cd-i producties voor klanten van Philips die dat subsidieerde en ons goedkoop apparatuur gaf. Er kwamen er meer programmeurs bij. Het was nog een klein team en dat was fantastisch.

Na zes maanden hadden we eigenlijk nog maar één betalende klant en we wilden het voor nog hooguit een half jaar volhouden. Maar na negen maanden, de avond voor kerst '93 belde een bureau op namens Bose met een opdracht voor een cd-i productie in acht talen, een enorme klus. We kregen publiciteit, moesten personeel aannemen.

 We waren de echte uitdager in de markt voor Cd-i productie. Het was kicken. Je had een groepje bedrijven van naam die Cd-i’s produceerden en het niets vonden dat wij er tussen kwamen: Valkieser, Ecovision, Codim, SPC.”

Waarom versloeg je deze en andere bedrijven toen Cd-i een doodlopende weg bleek en internet dominant werd?

“Het werd eerst even Cd-rom en spoedig ging alles online. In feite hadden ook wij een remmende voorsprong met de Cd-productie en schakelden we pas in 1997 naar internet. Wij konden snel switchen met jonge programmeurs, al was de geringe bandbreedte een flinke beperking.

Voor iedereen was het nieuw, dus maakten we rare dingen mee met klanten. Voor Heineken maakten we een website met een reactiemogelijkheid. Kwamen er ineens uit de hele wereld klachten, vragen en zelfs bestellingen binnen in de mailbox. Daar was Heineken niet op bekend.

Of neem de Postbank. We leverden een website op en we moesten praten als Brugman om ze te overtuigen dat je niet een website kon wegzetten en dan stoppen. ‘Dat was het dan’, dachten ze.
Eigenaardig was ook een vroege opdracht voor de Europese Commissie om zuilen te bouwen met voorlichting over datacommunicatie: waarom e-mail beter en efficiënter was dan de fax. En dat in zes talen, dat was echt lachen.”

Waarom werd Lost Boys zo snel goed en bekend?

“We hadden topprogrammeurs die elkaar aantrokken, veel mond-tot-mond reclame. Dus maakten we complexe mooie producten die waardering kregen. Daarnaast waren we het enige internetbureau dat doelbewust het merk opbouwde. Eigen fietsen, petjes, zelfs badpakken met ons logo. Dus we kregen nog leukere klanten.
Het explodeerde en de klanten kwamen vanzelf. Verkoop hoefden we spoedig niet meer te doen, want het was letterlijk de telefoon opnemen en er was weer een klant.”

De Cd-rom voor het Anne Frank huis is wellicht de mooiste productie die je ooit gemaakt hebt?

“Ja, die had alles in zich wat op dat moment qua design en techniek mogelijk was. Heeft zo veel prijzen gewonnen, niet enkel in Nederland, in Cannes, in New York.
Hebben we die Cd-rom nog in huis? Ik ben bang dat die schijf het niet meer doet in de huidige pc’s. maar we hebben delen ervan wel online gezet en die kwamen terecht in websites en nu apps.”

Op welke andere producties ben je trots?

“We hebben zo veel gemaakt met Lost Boys in al die jaren. Qua invloed is het ene groter dan het andere. Op een destijds volledig nieuwe KLM-site die echt gebruiksvriendelijk was om tickets te bestellen waren we heel trots.
Een andere die ik heel leuk vond was alle technologie voor een winkel van Prada in New York. Bijvoorbeeld schermen met video tussen die rekken. Alle kledingstukken gaven we een rfid-chip. Je kon in een pashokje kijken of dat kledingstuk in andere kleuren en maten beschikbaar was. Dan ging er ook automatisch een signaal naar de computer.
De spiegel had vertraging en je kon een rondje om je as draaien en kon je jezelf aan alle kanten zien. Dat was vooral voor de dames belangrijk natuurlijk. Bezoekers werden dan tegelijkertijd gefilmd. Dan konden ze het later thuis online nog bekijken en alsnog bestellen. Dat was z’n tijd ver vooruit en was geweldig om te mogen doen voor zo’n groot merk.”

Tussen 1995 en 2000 is creatief heel veel gebeurd, bijna alles is verzonnen. Het lijkt wel of het tussen 2000 en 2007 heeft stilgestaan?

“Veel ideeën uit de eerste jaren kwamen te vroeg want er was nog geen breedband en je kampte met te trage verbindingen. Juist na de hype is breedband gegroeid en vervolgens mobiel internet.
We bouwden bijvoorbeeld het eerste Multi user online casino onder de naam Avatar Casino. We dachten dat het mega business zou worden. Op het moment dat het zou gaan lopen, kregen ING en KLM over ons heen die bezwaren maakten. Toen zijn we maar gestopt. Als we dat hadden doorgezet had het heel groot kunnen worden. Wel hebben we toen Holland Casino als klant binnengehaald.”

Met wie maakte je welke afspraken over de Big Brother productie? Volgens Mervyn ten Dam was die eerste productie inclusief de prachtige 360 graden technologie veel te zwaar voor inbelverbindingen, de tweede was een stuk beter. Heeft hij gelijk?

“Dat hebben we met en voor John de Mol geproduceerd. En ja, die eerste productie was inderdaad wel wat te zwaar.”

Perscombinatie werd een grote klant, maar de dochter PIM ging teloor?

“We hebben er veel voor gedaan Dat was geen gelukkige samenwerking. Wij liepen altijd voor de troepen uit en dat was aan de cultuur van de krantenuitgever toen niet besteed.
We bedachten ook de Digital Twin, een apparaatje dat je altijd bij je had, waarmee je altijd online was warmee je altijd kon communiceren met je omgeving. Dat werd steeds slimmer en kon je steeds beter bijstaan met informatie die jij nodig had op de tijdstippen die jij bepaalde. De smartphone was er nog niet maar we zagen al dat er zoiets zou komen.”

Toch kocht Lost Boys in 2000 MVLG met internetstrategie en Netcast die de beste webbouwer toen was. Waarom had je die bedrijven nodig?

“Lost Boys dreigde teveel een speeltuin te worden.  De creativiteit voerde de boventoon en technisch waren de mensen briljant. We verzonnen van alles. Philips bedacht een soort iPad voor kinderen en het onderwijs en hup, dan maakten we software. Alles wat complex en zogenoemd multimediaal was te bedenken, maakten we.
Wij maakten zo veel mogelijk spectaculaire voorkanten, websites met alle toeters en bellen die er prachtig uitzagen. Maar geen gedegen inbedding in IT-systemen, strategisch onderbouwd.
En in het meedenken met bedrijven in hun strategie en het maken van complexe back-end systemen achter website schoten we tekort. Netcast en MVLG voorzagen daarin en met drieën samen bleken we sterk. Netcast bracht veel zware mensen mee, deed al alles voor de ING Bank. MVLG verkocht zichzelf meer voor uurtje-factuurtje maar was gunstig voor ons om grote klussen binnen te halen.”

Lost Boys was briljant, maar duur en niet alles was even functioneel. Werden rekeningen wel betaald?

“Ja, we maakten een mooie omzet en winst eind vorige eeuw, met de drie bedrijven samen zo’n 35 miljoen gulden over 1999. Natuurlijk was er wel eens onenigheid over rekeningen, maar opdrachtgevers hadden ook hogere budgetten voor internet vanaf 1999. Meestal was het product zo goed, dan gunden ze het ons wel. Ze zagen hoe hard we werkten en hoe bijzonder het werd.”

Jullie deden veel aan image building, maar volgens anderen die ik sprak waren jullie inhoudelijk wel top of the bill?

“Met alleen fietsen of badpakken uitdelen waren we nooit op dat niveau gekomen. Het was een speeltuin, maar we presteerden op hoog niveau. We profiteerden eerder van de hype dan dat we die creëerden. De opdrachten stroomden binnen, en het uiterlijk werd allengs veel belangrijker dan het businessplan van klanten. Als die er al was, om nog maar niet te spreken van een strategie.

Het was een verschrikkelijk leuke en vooral boeiende tijd omdat het enthousiasme regeerde. Dat hebben we niet getemperd, we hebben ons werk zo goed mogelijk gedaan. Omzet en winst groeiden behoorlijk. ”

Nam je te veel mensen aan op creativiteit?

“In het begin kwamen ze vooral via-via. Dan gingen we met z’n drieën een zaterdagmiddag zitten en elk uur kwam er een gegadigde langs, en op ons gevoel oordelen we zowel inhoudelijk en persoonlijk. Mensen kwamen niet naar Lost boys vanwege het torenhoge salaris, maar vanwege het sfeertje, leuke collega's. natuurlijk is het salaris marktconform geworden.”

En toen je moest structureren met projectmanagers inclusief de invoering van urenstaten, ging dat in tegen de creatieve cultuur die toen gevestigd was?

“Het bedrijf is daardoor wel wat gaan veranderen. Structuur en creativiteit gaan nou eenmaal niet heel goed samen.”

Jan-Pieter Melchior was de flamboyante verkoper, hem zie je nu nog op partyfoto’s. Kees Kousemaker vertrok naar Spanje en ging in vastgoed

“Ik heb Jan-Pieter uitgekocht in 1998 en Kees in 1999. We gingen zonder onenigheid uiteen, maar ze vonden het niet leuk meer en wilden weg. Daar denk je niet over na als je begint. We hadden enorme ambitie en drive en dan volgt er succes, verdien je geld, hoe dan samen verder. De anderen vonden een bedrijf van honderd man mooi, maar ik wilde verder groeien. De wereld veroveren.”

Hoe ontwikkelde jij jezelf van programmeur tot directeur?

“Ik denk dat ik na een jaar of drie, vier niet meer programmeerde. Het was wel wennen. Ik vond mezelf wel een goede programmeur, maar ik kwam er achter dat er veel betere programmeurs waren. Toen ik aan dat idee wende, bleek het heel leuk om omstandigheden te creëren waarin die goede programmeurs de meest fantastische projecten konden doen. Daar kon ik trotser op zijn dan op wat ik zelf maakte.”

Hoge salarissen en/of optieregelingen destijds? Geen hoog verloop daardoor?

“Internatonale concurrenten boden tijdens de hype vaak salarissen die gemiddeld 40 tot 50 procent hoger lagen dan bij ons en toch bleef het verloop beneden de 5 procent. Mensen wilden bij Lost Boys lol hebben in plaats van voor het hoogste salaris te gaan.

We hebben door de jaren heen steeds opties aan het personeel gegeven, maar de waardering kwam na het klappen van de zeepbel behoorlijk onder water te staan. Ik denk dat het in totaal een procent of vijftien was.

De waarde van opties steeg binnen het bedrijf, maar het leefde gewoon niet zo. Het ging ons toch meer om het bouwen van een mooi, groot bedrijf met goede opdrachten die door een groep leuke werknemers worden uitgevoerd. Dan zou het vanzelf later wel aarde krijgen. We zijn nooit met Lost Boys in de weer geweest om snel rijk te worden.”

Je had de meerderheid van aandelen en volgens Bas Verhart plakte Goldman Sachs voor een eventuele beursgang een prijskaartje van 1 miljard gulden op Lost Boys?

“Het was nog gekker. Van Merrill Lynch kreeg ik in 1999 een brief met een waardering van 3,2 miljard gulden voor een beursgang. Dat was hun stellige overtuiging, bij een vergelijking met andere bedrijven als Razorfish. We draaiden toen een omzet van 20 miljoen per jaar. Dat geloof je toch niet, ze waren knettergek. Die brief vond ik niet meer terug, maar had ik moeten inlijsten. Later heeft Merrill Lynch het niet overleefd, terecht ook.”

Waarom ging de beursgang niet door?

“We kozen voor ABN Amro om ons te begeleiden. We waren er wel klaar voor qua voorbereiding, maar nog niet qua organisatie. Het was allemaal nog net iets te chaotisch, maar dat kon de bank niet deren. Het voornemen was mei, juni 2000 naar de beurs te gaan voor een waarde van zo’n 100, 200 miljoen euro denk ik. Toen kwam het World Online debacle en wilde eigenlijk niemand meer naar de beurs en in de jaren erna keerde het sentiment bepaald niet ten goede. Maar goed ook, het zou één groot drama geworden zijn.”

Vervolgens kwam eind 2001 de fusie met Icon Medialab, ofwel de omgekeerde overname waarbij het kleinere Lost Boys het grote Icon overnam. Jullie waardering was toen nog maar 26 miljoen euro??

“Dat was het andere uiterste. Maar ook Icon was bijna niets meer waard, terwijl het even eerder nog door het plafond ging. Icon werd op 5 miljard euro gewaardeerd, hoger dan Volvo. Die miljardenwaardering was absurd, maar de afwaardering ook. Natuurlijk bleven er nog wel grote opdrachten in de markt,  het Internet zou toch niet ineens verdwijnen. Ze waren ondertussen teruggegaan van 3.000 naar 600 man maar hadden nog wel een mooi internationaal kantorennet.
Toen zijn we om te beginnen 15 procent van de aandelen Icon op de vrije markt gaan kopen, daar konden we niet op verliezen. Zonder dat ze het wisten werden we de grootste aandeelhouder. Toen zijn we het gesprek aangegaan en vonden we een goede synergie om de bedrijven te laten samengaan.”

Waren jullie nog winstgevend, en bij welke omzet?

“Die cijfers weet ik allemaal niet meer, maar de omzet bleef gewoon stijgen, maar we hadden er wel een jaar met verlies tussen, ik denk 2001.”

Toen moesten 65 van de 500 personeelsleden eruit. Daar kregen jullie veel kritiek op. Destijds zei je dat berichtgeving onjuist was. En ook: “Het is ook een beetje als een relatie met een vriendin uitmaken: je kunt dat nooit goed doen. Het is niet leuk te maken.” Wijze woorden?

“Ik weet niet of dit wijze woorden zijn te noemen, maar ik sta er wel achter. Zoiets is niet leuk te maken. En ook niet zo makkelijk goed te doen. Het compliment ‘wat heb je die ontslagronde’ uitstekend uitgevoerd ligt niet voor de hand.”

Was het vreemd dat je in 2002 ineens zelf wegging bij Lost Boys en Media Republic en Guerrilla Games begon met Bas Verhart?

“We konden de afdelingen Lost Boys Games en Lost Boys Formats eruit halen. Icon stelde er geen prijs op. Formats was maar een paar man en geen probleem. Games was wel 30, 40 man maar maakte verlies. De Raad van Commissarissen van LB Icon was maar wat blij er vanaf te zijn.
Ik had vertrouwen in dat het op termijn wel winst zouden maken en dat gebeurde ook heel spoedig toen we van Sony de opdracht kregen om Killzone te gaan maken. Het werd in één keer een enorme goed draaiende tent onder Hermen Hulst en Martin de Ronde. Games waren ook nog steeds een passie van me.”

Toch verkocht je het snel aan Sony?

“Ja, maar die passie is er nog steeds. We mochten contractueel drie jaar niets met games doen, maar zijn daarna direct weer begonnen met Vanguard Games. Die doet het leuk, met Greed Corp, Gatling Gears. Daar ontwikkelen we nu met zo´n 60 werknemers games voor grote internationale opdrachtgevers.”

Welke successen en falen herinner je je van Media Republic?

"Multimedia werd ouderwets en crossmedia werd het ineens helemaal. Het kwam erop neer dat je formats bedacht die je op verschillende platforms kon uitrollen. Daar waren we ook te vroeg. We deden oa Eccky en Jong Zuid, de eerste digitale foto soap. Je kon wappen en kreeg je drie fotootjes met tekst, zo’n oude liefdesplaatjes roman. Alle bekende soapsterren deden mee en het kreeg veel publiciteit. Het droeg heel veel lof weg maar de wap-technologie was echt onvoldoende om dat een succes te laten worden bij gebruikers."\

Mol sr. wordt er altijd bijgehaald vanwege de honderden miljoenen, maar zat het niet meer in je genen dan in de bankrekening van pa?

“Lost boys is snel een heel gezond, mooi bedrijf op eigen benen geworden. Maar ik werd nooit een echte manager of directeur. Het managen van een bedrijf zit gewoon niet in me. Vandaar dat ik ook vrijwillig terugtrad na de fusie met Icon Medialab en letterlijk twee mannen met grijze haren heb ingehuurd om de tent te gaan runnen.
Ik merkte dat ik voorheen om zes uur klaarwakker was en stond te popelen om naar kantoor te gaan en toen ineens met tegenzin erheen ging. Ik ontdekte dat ik  90 procent van m’n tijd aan het managen en misschien nog 10 procent inhoudelijk bezig was. In mij zit wel heel sterk om de beste te willen zijn, te willen winnen, ik ga altijd maar door.”

In 2010 meldde je vader Jan Mol, in 1966 oprichter van het succesvolle Volmac,  bijna 25 procent van de aandelen in LBi te bezitten. Hij is nu commissaris en aandeelhouder van SpaceXC?Je vader speelde dus steeds een rol in de financiering en het toezicht. Hoe belangrijk is je vader voor je ondernemingen?

“M’n vader was altijd m’n belangrijkste adviseur, klankbord en bovenal de grootste inspirator. Hij vindt het erg leuk om bij mijn bedrijven betrokken te zijn, ook als investeerder, al was dat niet uit financiële noodzaak. Mijn vader kan zelf het best vertellen hoe het zit met mijn deelnemingen.”

In een interview zei je me destijds: ‘ik kan veel van mijn vader leren. Maar hij kan ook veel van mij leren. Dat klonk als afstand. Doen jullie nu meer samen?

“Dat was zeker niet bedoeld als afstand. We deden altijd al veel samen. Wat ik toen bedoelde was waarschijnlijk work hard, play hard. Mijn vader is pas na 25 jaar keihard werken gaan genieten. Ikzelf wil dat er zoveel mogelijk bij doen.”

Wat doe je zelf nog meer aan persoonlijke investeringen?

“Qua inzet probeer ik me te concentreren op Space Expedition Corporation (SXC). Maar ik neem al 15 jaar deel in The Communication Company in Breda, een heel leuk en intussen goed draaiend reclamebureau. Ik heb altijd iets aan de creatieve kant willen doen, altijd de krenten in de pap die het verschil maken. Creatieve teams opzetten vind ik mooi. Dat er leuke, mooie producten uitkomen motiveert me enorm.
Media Republic is net aan WPP verkocht. Daar ben ik nog als adviseur bij betrokken. Ik doe nog allerlei dingen, maar wil me wel focussen. O ja, dan neem ik deel in het nieuwe Amsterdam Theater en de Anne Frank voorstelling.”

Jullie maakten een destijds vermaarde Cd-rom over Anne Frank en het huis. Komt het daar nog vandaan? Heb je joodse familie, of die zelfs verloren?

“Dat niet, maar ik ben er wel heel nauw bij betrokken. Al vijftien jaar steunen we met Lost Boys het Anne Frank huis. Toen kwam dit voorbij en toen vond ik echt dat ik het moest steunen. Ik hoorde meer mensen om me heen die niet meer precies wisten wat er was gebeurd en ik vind dat de traditie van Anne Frank levend gehouden moet worden. Dat moeten we nooit meer vergeten.
Tegelijkertijd, als dat goed draait, is het een goede investering. Het is geen liefdadigheid, ik hoop wel dat er uiteindelijk iets van overblijft.”

Een heel andere kant van je: Formule I leiden was enige tijd je beroep als directeur van Spyker F1. Nu ben je alleen nog aandeelhouder van de opvolger, Force India Formula One. Wat boeit eraan?

“Ja, maar meer aan de zijlijn. De ruimtevaart is m’n baan. Ik ben een echte beta en houd van innovatie. Ook in de Formule I zit veel creativiteit, innovatie en hightech. Lost Boys en daarna Guerrilla Games waren heel innovatieve bedrijven. Dat boeit me echt, het oorspronkelijke, vernieuwende. Ik word daar zo enthousiast van.”

Formule I trok je ook, voor de buitenwereld een omgeving van glamour en patsers. Ook privé trok je de aandacht van de show- en roddelpers. Vind je dat leuk? Hoe ga je om met die wereld?

“het is een kwestie van netwerken. Heel veel grote merken doen dat. Als je bij de Grand Prix van Japan mensen tegenkomt zijn dat grote directeuren. We haalden er als Lost Boys klanten mee binnen, als Media Republic en nu weer voor de ruimtevluchten. Je ontmoet ook sponsoren van het eigen team en na de wedstrijd ook van andere teams.
Maar mijn interesse zit in de technologie en niet zozeer bij alles eromheen. Ik vind het prachtig om in de pits een uur lang dicht bij de monteurs en de auto te zijn. En wat privé betreft: Ik geniet het meest van een potje klaverjassen met een stel vrienden in de kroeg om de hoek, meer dan van die aandacht in de showbizz.”

Hoe raakte jij betrokken bij Space Expedition Corporation?

“Als kind had ik een paar hobby’s of passies, behalve computer games ook ruimtevaart. Ik bouwde telescoopjes en als jochie zei ik al tegen vriendjes: ‘Ik ga de ruimte in als ik groot ben’. Toen leek iedereen de ruimte in te gaan, maar daarna kwam de klad in de ruimtevaart. Tot een jaar of acht terug ik Richard Branson ontmoette op een feestje. Hij vertelde enthousiast zijn Virgin Galactic programma. Als één van de eerste kocht ik direct een ticket. Intussen zijn we concurrenten geworden. Vier jaar geleden was er een duo-interview voor Quote dat ook ging over ruimtevaart. Ben Droste en Harry van Hulten. Van Hulten was de meest ervaren F16 vlieger die ook Amerikaanse testen deed en Ben Droste is de ex-bevelhebber van de Nederlandse Luchtmacht. Die realiseerden zich vanuit hun ervaring wat er mogelijk zou zijn. Ze zochten er een ervaren ondernemer met passie voor de ruimtevaart bij en kwamen bij mij uit. Dat is mijn geluk geweest.”

Zijn jullie de aandeelhouders?

“Er is een vierde partner, Maarten Elshove, mijn partner in alle zaken van de afgelopen vijf jaar en algemeen directeur van Space Expedition Corporation. Wij vieren zijn de grootste aandeelhouders. We hebben in investeringsronden nog negen privé-investeerders erbij betrokken, allemaal individuen die niet bekend willen worden. Ik heb er wat geld in gestopt, maar niet zo heel veel na die investeringsrondes.”

Doet Roel Pieper weer mee, je president-commissaris vroeger bij Lost Boys?Heb je nog frequent contact zoals destijds bijna dagelijks?

“Nee, hij is met andere dingen bezig. Ik spreek hem af en toe.”

Hoe groot is de organisatie? Hoeveel nationaliteiten werken er?

“Inclusief onze agenten zijn we met zo’n 100 mensen van wel 30 verschillende nationaliteiten.”

Welk soort mensen neem je aan? Met welke opleiding en ervaring?

“Mensen met op de eerste plaats veel talent. Twee: met een  enorme drive en bevlogenheid. Drie: complementair zijn aan de rest van het team. Vier: leuk om mee samen te werken. Want het leven is al kort genoeg.”

Alles met Space Expedition klinkt vreselijk leuk, weer pionieren net als met Lost Boys?

“Dat was een hele andere tijd. We zitten nu in een chique kantoor aan de Zuidas, maar toen zaten we op onze zolderkamer voor onszelf  te programmeren.
Entree in deze markt nu is echter vele malen moeilijker qua middelen en vooral kennis. Toen kon je met een pc alles maken wat je wilde, nu moet je op het niveau van de NASA acteren en denken. De mensen hier zijn veertien jaar aan het ontwikkelen. Daar kun je morgen niet even mee beginnen.
We hebben een jarenlange voorsprong op degenen die er nu nog mee beginnen. Er zijn maar twee partijen die de ruimtevluchten op korte termijn mogelijk gaan maken.”

Volgens de planning willen jullie al in 2014 de ruimte in?

“Ja, dat is nog steeds de bedoeling. XCOR is de Amerikaanse partner die al een jaar of veertien aan het ruimteschip bouwen. Dat zijn de echte rocket scientists, zeer ervaren mannen, geweldige mensen om mee te werken. Het zijn nerds zoals wij dat waren in de beginjaren van Lost Boys.
Het ruimteschip is zo goed als af, de raketmotor al lang klaar en uniek in zijn soort want herbruikbaar. Je kunt die motor tot 5.000 keer gebruiken, loopt gewoon op kerosine - 750 liter per keer, veel minder dan een Boeing met 20.000 liter per uur - dus je kunt landen en weer de ruimte in. Dus met één toestel zullen we vier vluchten per dag kunnen maken. Wel moeten we eigen zuurstof meenemen.
Vleugels, cockpit en landingsgestel kopen we in. De cockpit is een half jaar later gekomen dus gaan we pas vanaf september testen na een grote manifestatie in de Mojave woestijn in Californië. Voor het einde van het jaar vliegen, maar nog niet in de ruimte. In de tweede helft van 2015 beginnen dan de commerciële vluchten.
Die vertraging valt nog mee want het is echt allemaal pionieren zoals ik nog nooit eerder heb gedaan. Zo spannend want we zijn jarenlang bezig, en je kunt niet een beetje vliegen, je moet gelijk voluit. Maar we hebben ervaren astronauten zoals Rick Searfoss en Brian Binnie. Die gaan één passagier per keer meenemen.”

Zijn jullie net iets eerder? En ga je zelf eerder met Branson of met je eigen SXC met testen mee de ruimte in?

“Onze piloten doen de testen, maar natuurlijk sta ik te popelen om de ruimte in te gaan. Het zal erom hangen, maar volgens de huidige planningen zijn ze net iets eerder. We voelen ons wel David tegen Goliath. Ze hebben een meer ouderwetse raketmotor die niet herbruikbaar is en dus is een vlucht  duurder. Hun ticket kost 250.000 dollar met zes passagiers tegelijk, dat van ons 100.000 dollar en je vliegt alleen met de piloot.”

Met zessen kun je de extase delen?

“Bij ons met de piloot en met iedereen op aarde want we hebben een live internetverbinding met video via satellieten. Dat is nog een hele operatie om verbinding te houden met die snelheid. Kun je het zelf ook later terugzien, want met een uur is het feest voorbij.”

Google en SES lanceren satellieten met hun deelneming O3b voor mondiale dekking vanuit de ruimte. Dat liep vertraging op, maar heeft geen capaciteit om de wereldbevolking te dekken maar wel om bijvoorbeeld witte vlekken, zoals in Afrika, te voorzien. Boeiend?

“De capaciteit van die voorziening moet je niet onderschatten terwijl de kosten relatief laag zijn. Als KPN of Vodafone met m’n dure 3G en 4G zou ik me toch druk maken.”

Even geschiedenis: 15 jaar geleden had Teledesic van Graig MacCaw, Paul Allen en Bill Gates een plan voor een internet satellietnetwerk. Eerder al opperde  internetpionier Vint Cerf zijn Interplanetary Internet. Dus ruimtevaart en internet, jouw terreinen, komen wel samen?

“Dat houdt me concreet bezig. Behalve mensen de ruimte inbrengen, kun je immers ook spullen wegbrengen. Wetenschappers hebben al aangeklopt om materiaal voor hun proeven mee te nemen. We kunnen een soort klein skibox op het dak plaatsen, precies voldoende om een kleine satelliet mee te nemen die Google wil lanceren, op een hoogte van 300 kilometer.”

Al contact gehad met Google?

“Dat nog niet, maar het lijkt natuurlijk heel aantrekkelijk. We moeten eerst wel even bewijzen dat alles werkt voor we onze diensten gaan aanbieden voor secundaire doelen.
Omdat het laaghangende satellieten zijn kun je ze al voor een paar ton lanceren in plaats van de miljoenen benodigd voor de geo stationaire satellieten.
Nu wij de kosten van een lancering van 5 miljoen naar 5 ton per keer kunnen terugbrengen, krijg je ineens veel bedrijven en instanties met ideeën. We zijn afgelopen jaar meer dan 350 keer benaderd door dat soort mensen en partijen. Ook of we experimenten willen doen.”

Kan dat extra inkomsten opleveren?

“In ons businessmodel hebben we daar nog geen rekening mee gehouden, maar het kan extra opbrengsten genereren. Misschien wordt het wel een grotere business dan het vliegen met mensen.
Denk ook aan de opleidingen voor astronauten her en der in de wereld. Mensen worden dan de ruimte in geschoten zonder er ooit te zijn geweest, na opleidingen die tientallen miljoenen hebben gekost. Bij ons kunnen ze proefvliegen en een gevoel voor verblijf in de ruimte proeven.”

Ik neem aan dat de NSA geïnteresseerd is in jullie mail, of zijn er kortere lijnen met Washington?

“Het is zo hightech dat Amerika het staatsbelang heeft geformuleerd. In de ontwikkelruimtes bij XCOR mogen alleen Amerikanen werken. Testpiloten moeten een Amerikaans paspoort hebben.”

Jullie zijn toch een privaat bedrijf?

“Het is zo geheim dat ik een aantal details van XCOR niet mag weten. We zijn ermee gefuseerd. We hebben nu ook de patenten en rakettechnologie in handen.”

Maar kunnen jullie wel wereldwijd klanten werven? Hoeveel aanmeldingen zijn er?Ga jij als eerste?

“Natuurlijk is het straks een mondiale onderneming. Zodra de Amerikanen het vrijgeven wil ik wel mee, maar we brengen liever eerst passagiers in de ruimte die beroemd zijn en p.r.-waarde hebben. Ik stap wel een keer in als iemand zich ziek meldt of niet durft.”

Wat is de attractie van Amsterdam?

“Het gebeurt in Amsterdam, want het is het episch centrum van creativiteit in Nederland en dat blijft steeds weer creatief talent aantrekken. Een zichzelf aldoor versterkend mechanisme. Het is een fijne stad, fijn om te wonen voor buitenlanders. Meer een dorp qua omvang met uitstekende verbindingen, ook met Schiphol. Het wordt alsmaar internationaler.
Ik kom uit een echte Brabantse familie, zowel van m’n vaders- als moederskant. Geboren in Delft, opgegroeid in Breda en gestudeerd in Leiden kwam ik na m’n studie in Amsterdam, maar ik voel me wel Amsterdammer en ben een Ajax-fan. Sinds een paar jaar woon ik er niet meer, maar in Blaricum.”

Kinderen van 15, 11 en 9 jaar. Gaan ze in je voetspoor als vernieuwers of ondernemers? Vinden ze het een leuk idee dat papa de ruimte in gaat?

“Dat vinden ze heel leuk!”


Gepubliceerd

12 okt 2014
Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2024. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0