Interview met Con Zwinkels en Laurens Rosenthal

Ocom en Leaseweb van ‘hok bij Sara’ tot multinational

Uit duizenden bedrijfjes die eind vorige eeuw hun geluk zochten op de Nederlandse hostingmarkt kwam Ocom, beter bekend met de grootste dochter LeaseWeb, als winnaar te voorschijn. Succes van twee jongens uit de regio Rotterdam die nu mondiale ondernemers zijn vanuit Amsterdam.

C.V. Con Zwinkels

13 augustus 1972 geboren te Dordrecht

1993-1996 Studie rechten in Utrecht (niet afgemaakt)

1997-heden Oprichter en directeur-eigenaar Ocom

Privé: getrouwd, twee dochters

C.V. Laurens Rosenthal

13 april 1969 geboren te Vlaardingen

Opleiding Atheneum

1997-heden Oprichter en directeur-eigenaar Ocom

Privé: getrouwd en drie dochters.

 

Ocom-oprichters Laurens Rosenthal en Con Zwinkels

Foto’s:  Frank Groeliken

Tekst: Peter Olsthoorn

Ocom bestaat uit vier merken:

* LeaseWeb, aanbieder van mondiale hosting aan 17.500 klanten met zelfstandige bedrijven in Nederland, Duitsland en de VS en blog, plus hoogwaardige CDN (filmpje);

* EvoSwitch biedt grote internetbedrijven in Amsterdam en de VS eigen streng beveiligde, carrier- en klimaatneutrale datacenters (filmpje en blog)

* DataXenter, bouwer van, jawel, datacenters (filmpje).

* FiberRing, wereldwijd netwerk met hoge snelheid verbindingen naar ondermeer Ams-Ix en Linx

Een jaar geleden opende Guus Hiddink het nieuwe Amsterdamse kantoor waar 250 van de in totaal 350 personeelsleden van Ocom werkzaam zijn. De omzet van Ocom gaat naar de 100 miljoen euro. Laurens Rosenthal is verantwoordelijk voor de innovatiestrategie en productontwikkeling inclusief techniek, Con Zwinkels is de algemeen directeur. Een perfect duo, ook in gesprek.

Hoe begonnen jullie in 1997 met ondernemen?

“We probeerden het eerst met de publicatie van een soort Gouden Gids op internet, onder meer voor het zakendoen met China. Trade Easy heette die. Het was de combinatie van internationale handel en internet. Het samenwerken in China ging niet van een leien dakje, dus dat lukte niet zo.
Bedrijven vroegen ons wel: ‘prima hoor, zo’n virtuele kaartenbak, maar het is wel de bedoeling dat jullie naar onze site linken. Maar die hebben we nog niet. Kunnen jullie dat ook regelen?’ De sites zelf gingen we niet bouwen, dus kwamen we al snel uit bij hosting.”

In webdesign was toen toch goed geld te verdienen, terwijl toch juist in hosting hevige prijsconcurrentie optrad?

“Onze vaardigheden lagen niet in het creatieve werk, veel meer in het technische. Snel bleek dat we in staat waren om complexe dingen zo simpel mogelijk te maken voor klanten. Daarmee onderscheidden we ons.
We maakten de overgang naar hosting en vandaar de stap naar dedicated hosting, het instellen van eigen servers voor klanten. We zagen dat veel klanten geen serverruimte wilden delen met andere eigenaren van websites en het liefst een eigen omgeving wilden.”

Zoals veel hostingbedrijfsjes destijds, ook drie hoog achter begonnen?

“We huurden een hok bij supercomputercentrum Sara. Qua verbindingen zaten we op het Science Park natuurlijk op de goede plek, maar niet voor de business. Rond 2001 kregen we een keer te maken met stroomuitval in de Watergraafsmeer. We konden op de noodvoorziening doordraaien, maar die hield er na een kwartier ook mee op. Zo bouw je geen betrouwbare business op voor klanten.”

Wegwezen dus?

“Toen hield het daar voor ons op. Het was ook niet schaalbaar. We hebben eerst nog veel gebruik gemaakt van ruimte van derden. Heel wat datacenters gezien in en rond Amsterdam, totdat we eind 2006 de stap maakten naar een eigen datacenter in Haarlem. Een heel groot, niet afgebouwd en nog leegstaand datacenter van een Amerikaanse partij die failliet was gegaan; Teleplace, die nooit echt is begonnen. Net als in Frankfurt, dat pand is een supermarkt geworden.”

In 2006 was dat toch nog veel te groot?

“Ja, een enorm pand en nooit gebruikt. We moesten nogal wat afmaken en moderniseren. In 2007 gingen we er live met de eerste twee hallen. We begonnen er met tien racks, toen naar twintig, dertig. Dat ging maar door.
In vier fases breidden we uit naar ruimten waar eerst nog andere huurders zaten. Die zijn inmiddels allemaal weg en nu vullen we een hectare helemaal met eigen apparatuur, Meer dan 3.000 racks. Als je bovendien ziet op welke manier we nu uitbreiden, is dat totaal onvergelijkbaar met zeven jaar geleden. Zo enorm en in gestroomlijnde processen.”

De vestiging Haarlem is nu vol, hoe groeien jullie verder in Nederland?

“Er is nog volop land rondom het datacenter beschikbaar. Momenteel bouwen we ook een uitbreiding op het terrein. We hebben zo’n 500 racks bij derden staan; bij Easynet en Schuberg Philis op Schiphol-Rijk, met huurcontracten.”

Van 2 naar 30 personeelsleden tussen 1997 en 2006 en van 2006 tot 2014 naar 350. De eerste helft van jullie bestaan dus een bescheiden groei, in de tweede helft explosief. Vanwaar die groeispurt?

“Misschien groeiden we tot 2006 procentueel harder dan erna, in sommige jaren met meer dan 100 procent in omzet. Maar van één naar twee ton is nominaal niet veel groei. Nu kunnen we die percentages niet meer halen, maar wel nominaal hoge groei in omzet.
Vooral schaalvoordelen nemen exponentieel toe, mede dankzij die automatisering en verticale integratie. In onze beginjaren dachten we aan een paar duizend servers, dat vonden we al groot gedacht. Toch waren we daar in no-time aan. Toen zagen we dat we efficiency konden halen door volume. Dat was een beslissende fase. Dan maak je ineens slagen en krijg je bijvoorbeeld ook efficiency in ondersteuning.”

Tussen eind 1998 en eind 2000 was de internethype. Wat merkten jullie daarvan?

“We hebben er voordeel van gehad, want er werd enorm geïnvesteerd door telecom- en internetbedrijven. Toen de boel uit elkaar spatte en de een na de ander over de kop ging lagen er overal datacenters en glasvezel infrastructuren. Wij hadden dat spul net hard nodig, want we begonnen nog harder te groeien We hebben toen heel goed ingekocht.”

Welke stappen waren beslissend?

“De eerste stap was de grens slechten van vijftien man. Dan is het geen vriendenclub meer. De volgende grens was dertig man, want die kun je nog direct aansturen. Je ziet bij veel bedrijven dat de groei bij die omvang stagneert, omdat ze de stap niet durven of kunnen maken naar indirecte aansturing en meer overhead en stafafdelingen. Je krijgt communicatie, personeelszaken, et cetera. Dat we in 2006 door die grens braken was belangrijk, want toen lieten we veel concurrenten achter ons.
Ook de verticale integratie in 2006, dus behalve hosting de andere bedrijven toevoegen waardoor je een hele lijn kunt aanbieden, was beslissend. En de internationalisering was natuurlijk een beslissende stap, inclusief een overname in Frankfurt en de start in de VS. In Frankfurt staan nu zo’n 400 racks, aan de Amerikaanse Oostkust, net onder Washington DC zo’n 300.”

In Frankfurt een hostingbedrijf overgenomen en in de Verenigde Staten vanaf de grond zelf opgebouwd. Wat is beter bevallen?

“Overname bezorgt je het voordeel van een bestaand bedrijf en een klantenbestand waarop je kunt teren, maar je moet de systemen integreren en de mensen meekrijgen. ‘Greenfield’ beginnen heeft als voordeel dat je het bedrijf helemaal zelf kunt inrichten met mensen die je zelf aanneemt. Maar je begint met niks en moet alles opzetten.”

En nu naar de Westkust en naar Azië?

“Dat is wel de bedoeling. Aan de Westkust zijn we bezig een nevenvestiging van LeaseWeb USA op te zetten. We onderhandelen met partijen daar. We hebben er al een knooppunt voor ons eigen CDN [Content Delivery Network, voor snelle distributie van content zoals video naar gebruikers via geografisch dichtbijgelegen servers], zelf opgezet. Het netwerk ligt er, dus de contouren zijn gereed.
Hetzelfde laken een pak in Singapore. De entiteit, het netwerkknooppunt en de CDN node zijn gereed. Vrij snel kunnen we op beide plekken clouddiensten gaan aanbieden, op basis van ons nieuwe Apache CloudStack cloud platform, evenals dedicated servers via onze Bare-Metal Cloud. Dedicated servers die niet langer helemaal handmatig worden ingesteld voor een klant, maar volledig geautomatiseerd worden ingericht en opgeleverd.”

Hoe gaat dat in zijn werk?

“Met dezelfde ontwikkelde automatisering. We zeggen tegen Dell of HP; rijd maar duizend servers in één keer het datacenter binnen en onze installatierobot doet de rest. Dat doen we hier, maar inmiddels ook in Duitsland en Amerika.
Aan dat proces hebben we zelf jarenlang gebouwd en het werkt ook als een klant opzegt of bij reparaties. Standaard bieden we een aantal besturingssystemen en wat de klant kiest wordt automatisch geïnstalleerd. Wil hij veranderen, idem dito, binnen vijf minuten wordt het installatieproces in gang gezet.”

Hebben jullie dingen uitgevonden, gepatenteerd?

“Ja, die Bare-Metal Cloud installatie is echt een eigen ontwikkeling binnen de groep, waarvoor we heel veel hebben ontwikkeld. Het modulair opbouwen van datacenters is ook een belangrijke vernieuwing. Daar hebben we vier jaar aan gewerkt.
Het is een heel mooi model dat heel energie efficiënt is. We kunnen in modules van 40 racks of 200 Kilowatt automatisch uitbreiden.”

Is dat te kopiëren?

“Ja, zeker, maar dat kost veel tijd. We hebben zo’n acht octrooien aangevraagd en toegekend gekregen.”

Welke besturingssystemen overheersen?

“Bij ons is zo’n 15 procent Microsoft, de rest vrijwel geheel Linux. We hebben veel resellers en internetproviders als klant, professionele internetbedrijven die altijd al voor Linux kozen, omdat ze de daarvoor benodigde technische kennis in huis hebben. Microsoft besturing wordt vooral gebruikt door klanten die Microsoft-applicaties draaien.”

BMW, Bose, Starbucks en Wikipedia werden in een persbericht in de VS als klanten genoemd. Grootste klanten hier?

“Heel uiteenlopend. EvoSwitch heeft grote telecombedrijven en IT-outsourcing en integrators zoals KPN, Huawei, Logica CGI, Akamai en PhoenixNAP als klant. Ze huren heel veel ruimte voor hun eigen serverparken. LeaseWeb heeft enerzijds veel bedrijven die op en met het internet hun geld verdienen, internetprofessionals zoals Afas, maar ook grote bedrijven die hun hele datacenter bij ons naar binnen schuiven.
En ook internationale resellers. In veel landen is de internetinfrastructuur veel minder dan hier. Ze kopen hier grote hoeveelheden opslag en verbindingen in en verkopen die door in eigen land, bijvoorbeeld Rusland of Turkije.
Namen noemen is moeilijk, maar een bekende bierbrouwer heeft hier alles staan. Net als Danone en KLM die klant bij LeaseWeb zijn.”

Welke concurrenten, die in de eerste helft van jullie bestaan ook goed meededen, hebben jullie achter je gelaten?

“Daar vraag je wat, ik denk aan WideXS, Active24. Dat speelveld was destijds vooral nationaal en is volledig omgeslagen naar internationaal. We concurreren met Nederlandse bedrijven als InterXion, maar ook Telecity en de grote jongens uit Amerika. Qua hosting concurreren we met Softlayer en Rackspace, maar ook Amazon en Akamai.”

Jullie zijn beiden technisch vaardig. Is dat een voorwaarde voor de groei geweest?

“De techniek moet gewoon optimaal zijn en je mag je er nooit door laten verrassen. In die zin is het een voordeel, maar technische kennis is niet voldoende om zo’n bedrijf als het onze op te bouwen. Wij drijven veel op mond-tot-mond reclame. We kunnen de prijs/kwaliteit beter zelf in de hand te houden. Technische voordelen met de automatisering brachten de schaalvoordelen en daarmee scherpe prijzen. In die volgorde.”

Ook beiden verstand van geld?

“Dat moet wel, gezien de enorme investeringen en omloopsnelheid van kapitaal. Investeringsbedragen lopen soms op tot de helft van de jaaromzet. Dat is ook mogelijk door steeds maar doorgaande afzet. De churn [opzeggingen] is minimaal: 98 procent van de klanten hebben we volgend jaar nog steeds.”

Wat zijn de kritische factoren?

“Mensen; goede mensen in huis halen. De groei, en zeker in andere landen, vereist dat we personeel van hoog niveau in huis halen en dat we goed communiceren. Dat betekent heel lang zoeken, van fouten leren ook. Vooral goede programmeurs vinden, is een probleem. We doen de werving zoveel mogelijk zelf, ook lokaal in Duitsland en de VS.”

Dat werkt?

“De schaalgrootte trekt ook goede mensen aan. We kunnen hen uitdagingen bieden. Twee collega’s vertrokken net naar Amerika, en die vinden het prachtig om te pionieren.
Het is fijn daar goede Nederlanders te hebben, maar onze omvang en groei trekken lokaal ook sterke mensen. In de VS is Bill Schrader onze directeur LeaseWeb geworden. Een heel ervaren man, ooit oprichter van provider PSInet dat hij liet groeien tot een bedrijf met 16 miljard dollar waarde [tijdens de hype, het donderde later in elkaar want werd nimmer winstgevend.]”

Jullie naam komt steeds terug in rechtszaken, zoals met Brein over auteursrechten, en in botsingen met MegaUpload bijvoorbeeld. Principieel en gericht op uitingsvrijheid? Of ook bewuste marketing?

“Nee, geen van beide. Principieel is het echt niet en het is niet de aandacht die we beogen. We willen het wettelijk goed doen, want anders moeten we aan het lijntje gaan lopen van allerlei instanties die menen ons te moeten aanspreken op mogelijke overtredingen van klanten van ons. Toen de rechter bepaalde dat het hosten van een Bittorrent-site onrechtmatig was hebben we daar meteen afscheid van genomen.”

Er spreekt ook een zekere moed uit, of is dat bijzaak?

“We hebben een probleem met gebrekkige wetgeving of het ontbreken van jurisprudentie. Ocom heeft een omvang waarmee we die kunnen helpen invullen. Zodat de branche weet waar ze aan toe is. Dat bouw je samen op met het hele speelveld; klanten, overheden, toezichthouders. Zoveel mogelijk zekere grenzen proberen vast te stellen. Niet dat wij of onze klanten een grens maar oprekken of niet weten waaraan we toe zijn.”

Wel lol in als je Brein verslaat?

“Alex de Joode, onze Senior Regulatory Counsel, is verantwoordelijk voor de juridische afhandeling. Hij komt uit de Xs4allhoek, dus dan ken je een beetje die onderstroom van principes. Maar vechten tegen Brein is geen hobby en als we winnen is het ook geen feest. Het gaat ons echt om wetgeving, want als we niet oppassen krijgen we de hele wereld op ons dak. De een vindt Little Pony’s niks, de ander vindt Batman gevaarlijk.
Alex de Joode zit nu in Singapore om met allerlei instanties te praten over de wettelijke krachten op het terrein waarop we daar actief worden. Veel wetgeving is er immers nog niet en we willen volgens de regels opereren. Ook in Azië gaan we de dialoog aan. We zijn voor een open internet en streven dat actief na op alle plekken waar we opereren.”

Met hosting in Amerika vallen jullie daar onder de Patriot Act en andere wetten? Ams-Ix had een hele discussie met de leden over al dan niet expanderen naar de VS vanwege de spionage, KPN heeft heel veel telefoniedata onder Amerikaanse wegeving. Geen overweging voor LeaseWeb?

“Enkel onze Amerikaanse entiteiten vallen onder Amerikaanse wetgeving. Klanten van LeaseWeb Nederland niet. De grap is dat we de afgelopen jaren veel expertise hebben opgebouwd. Alex de Joode nam voor ons met hele zinnige bijdragen deel aan de discussie over de gevoeligheid van Ams-Ix in de VS. Je kunt er wel heel emotioneel in gaan zitten, maar hij heeft een heel feitelijk verweer geboden: dit is het speelveld en zo zijn de feiten.”

De NSA hackt ook serverparken. Dat is van een andere orde. Houden jullie er rekening mee?

“Tsja, wat moet je daar nu op zeggen? Spionage op data is een wereldwijd probleem dat wij niet oplossen, want politici moeten al recht praten wat krom is. Er wordt enorm veel gehackt, tot en met banken toe. Je kunt dus niet a priori glashard ontkennen dat je niet wordt gehackt door wie dan ook. Beveiliging is topprioriteit en we tuigden jaren geleden dus een zo sterk mogelijke beveiligingsafdeling op. De opgeslagen data zijn van onze klanten, weinig is van onszelf. We krijgen meer en meer te maken met eisen op dit terrein, daarom doen we ook audits.”

Jullie waren de eersten in Nederland met een transparantierapport over de gerechtelijke vorderingen. Waarom?

“Om het open karakter van het internet te bewaken en misbruik daarvan te voorkomen. Onze industrie is eigenlijk nog relatief jong en groeit ongelofelijk snel, waarbij de oude grenzen niet meer van toepassing zijn. Internationale wetgeving ontbreekt eigenlijk nog op dit terrein. Door deze informatie over gerechtelijke vorderingen te openbaren, maken we duidelijk waar welke verantwoordelijkheid ligt.”

Bieden jullie zelf encryptie als dienst aan, wat Amazon ook zegt een keer gaan bieden als toegevoegde waarde?

“Er is meer vraag van klanten naar beveiligingsdiensten, maar die is gericht op beschikbaarheid en tegen ddos-aanvallen. Niet zozeer om geheime diensten of andere inbrekers te weren. Amazon kan trouwens helpen versleutelen wat het wil, maar als er een gerechtelijke vordering ligt voor data heeft ook Amazon daaraan te voldoen. In elk land.”

Is de vraag naar versleuteling door de hostende partij dan irreëel?

“We zijn nog niet zover om encryptie aan te bieden, maar dat komt misschien toch ooit. Je moet eerst vaststellen waarover je spreekt. Veel bedrijven vragen naar beveiliging van ‘de cloud’, maar meestal betekent dit dat ze niet weten waar die data staan. De eerste vraag is: waar staat mijn server? Bij ons kiezen klanten waar ze data willen stallen in hun public cloud; in Amerika, Europa of Singapore en daar geldt dan het wettelijk regime.
We migreren geen data van klanten tussen continenten of landen, ook de back-up niet. Het is dus eenvoudiger om te bepalen in welk land data fysiek zijn opgeslagen dan men vaak beweert in discussies over de cloud.”

Cloudaanbod groeit, Amazon heeft 25 procent wereldaandeel. Kun je daarmee concurreren?

“Amazon vraagt een dusdanige prijs voor public cloud dat concurreren op prijs niet zo moeilijk is. Als Amazon de prijzen verlaagt zijn ze nog steeds relatief duur. Om ons niveau te bereiken zijn ze nog wel even bezig hun prijzen te verlagen.
Amazon is wel verder met de hele dienstverlening aan klanten op een aantal gebieden. Zij zitten echt in het segment van utility based computing [je betaalt alleen voor wat je verbruikt per eenheid.], laagdrempelig aangeboden, zodat veel ontwikkelaars daar direct gebruik van kunnen maken.
Het volatiele deel van het verbruik gaat dan vaak naar Amazon maar verbruik dat stabiel blijft zetten ze liever bij ons tegen een vaste prijs die veel lager ligt. Het is niet ‘one size fits all’, doe maar Amazon, alles is van Bassie.

Er wordt nogal makkelijk over cloud over gesproken, waardoor ongeveer alle data en diensten die surfers op afstand oproepen ‘in de cloud zitten’ zoals dat dan ineens heet. Om te beginnen heb je wel twintig soorten clouddiensten. Je ziet een heleboel bedrijven die iets roepen over de cloud maar daar nog lang niet aan toe zijn.”

Is ‘de cloud’ dus een hype?

“Dat niet, maar het luistert nauw hoe een klant zijn wensen formuleert. We kunnen natuurlijk alle soorten en maten bieden, maar die voorfase van het bepalen van de behoeften van klanten is belangrijker. In welk land, voor welke functie, welke data willen ze op welk moment laten zien en hoe snel?
Vaak prefereren klanten gewoon een eigen omgeving op een server waarvan ze weten waar die staat. Dan kom je bijvoorbeeld uit op een ‘private cloud’. Prima, dan zorgen wij ervoor dat ze met kennis van zaken, klik-klik, zelf hun keuzes kunnen maken bij ons.”

Bij wie kopen jullie verbindingen in?

“Bij veel partijen, want het gaat om enorme volumes aan data. LeaseWeb en FiberRing doen samen bijna 2 Terabit aan verkeer per seconde, 2.000 Gigabit. Bovendien willen we alles redundant uitvoeren zodat er bij uitval een back-up is. Er is een derde reden om te spreiden over aanbieders van verbindingen: ze bieden ieder op verschillende routes de beste prijs/kwaliteit, de een naar Rusland, de andere op de Westkust van de VS. We sluiten jaarcontracten af en leveranciers wisselen dus steeds.”

Ocom treedt naar voren als partners van de Amsterdam Internet Exchange, Ams-Ix. Wat zijn hun sterke punten en voordelen?

“Voor ons is de nabije aanwezigheid van de Ams-Ix als ’s werelds grootste knooppunt gunstig. Andersom zijn onze vestigingen dichtbij Ams-Ix een pre om nieuwe klanten te werven. Je wast elkaars rug.
We hebben binnenkort voor 300 Gigabit per seconde poorten op de Ams-Ix en ik denk dat we daarmee de grootste klant zijn. Het is niet exclusief, want we zitten o.a. ook in Londen en ook in Frankfurt op de Exchange.”

Mee naar Amerika met Ams-Ix?

“Het Europese peering-model (onderling koppelen met andere partijen zonder winstoogmerk) proberen we te exporteren naar de Verenigde Staten. Daar hebben commerciële partijen hun eigen exchange waar anderen op koppelen, wat inefficiënter en dus duurder is.
EvoSwitch heeft Linx gelanceerd in Amerika, door een Linx hub op te zetten in haar datacenter. Ams-Ix en De-Cix zijn zelf gestart in de buurt van New York en straks zie je ze ook aan de Westkust van de VS verrijzen. Het vliegwiel moet er wel aan de praat komen voor de Europese exchanges. Daar willen we graag bij helpen, alhoewel we nog klein zijn in Amerika.”

Willen jullie ook helpen met de vestiging van Europese internet exchanges in Azië, zoals in Singapore? Ook vanuit een Oranjegevoel?

“Je ziet in dit bedrijf veel oranje en we hebben de intentie om een sterk Nederlands bedrijf te exporteren. Maar met Linx helpen we de Britten op het paard. Onze eerste overweging is zakelijk, niet de nationaliteit.”

Waarom is Amsterdam zo goed met internet?

“Ondernemersklimaat, bereikbaarheid, enorme goede verbindingen en decennialang opgebouwde technische kennis van internet. Dat is een hele traditie geworden met al een aantal generaties die van elkaar technologie leren. De Ams-Ix is derde mainport naast de haven van Rotterdam en luchthaven Schiphol. Het volume is belangrijk en wij hebben daar echt aan meegeholpen.”

Jullie hebben samen nog de overgrote meerderheid, het personeel heeft aandelen. Wel eens aan een beursgang gedacht?

“Elk jaar één keer, als die vraag ons wordt gesteld. Daarna gaan we gauw door met werken. Een beursgang mag nooit een doel zijn, geen natte droom om op een kistje te gaan staan met de duimen omhoog.”

Praten jullie met partijen die Ocom willen overnemen?

“We praten met iedereen, alleen al uit beleefdheid. Deze wereld is vrij klein en met de concullega’s staan we op goede voet. We leiden dit bedrijf zolang het spannend en leuk blijft. Dat is absoluut nog het geval. Het is geen ambitie om nu een andere eigenaar binnen te halen.”

Willen jullie oud worden met Ocom?

“We hebben geen intentie om er morgen uit te stappen. Integendeel, het gaat nu erg lekker. We gaan een nieuwe groeispurt van internet tegemoet, vooral door mobiel in Azië en Afrika, maar ook in Zuid- Amerika. Nu is eenderde van de wereldbevolking online, naar verwachting is dat tweederde in 2020. Terwijl die bevolking zelf groeit met anderhalf miljard. Bovendien verplaatsen organisaties hun automatisering van kantoor naar de cloud.”

Geen angst dat jullie zelfstandig mondiaal net niet groot genoeg zijn voor het tafellaken?

“We zijn goed geïntegreerd met verschillende bedrijven, dus een overnemende partij zou al die onderdelen van Ocom als geheel moeten kunnen integreren. Want we vinden het niet goed als onderdelen van Ocom weer uit elkaar worden gehaald. De kans op een bod van zo’n gelijkwaardig geïntegreerd bedrijf is niet zo groot.”

Ook expanderen naar Sjanghai?

“Eerst naar Singapore en daar willen we in mei live gaan. Sjanghai ligt binnen the Great Chinese Firewall wat voor datacenters niet zo gunstig is momenteel. Dan denken we eerder aan vestiging Hongkong, waarmee je wel een entree krijgt op de Chinese markt, maar onder min of meer Westerse voorwaarden zaken kunt doen.”

Zuid-Amerika, Midden-Oosten, Afrika? Kan Europa nog groeien?

“Groeikansen op andere continenten zijn aanzienlijk groter, op de eerste plaats in Latijns-Amerika. Brazilië lonkt. Maar met sommige nieuwe producten zoals CDN kunnen we ook in Europa groeien. We hoeven niet in elk land een entiteit te hebben, misschien wat meer verkoopkantoren. Je moet je locaties zo kiezen dat je data zo dicht mogelijk bij de klanten van je klanten kunt brengen, meestal bij consumenten.”

Altijd geld van de banken gekregen?

“Nooit een probleem geweest, omdat we gezonde ratio’s laten zien. Nu krijgen bedrijven moeilijk geld, maar wij hebben er geen moeite mee.”

Zijn jullie broodnuchtere Rotterdammers?

“Ja, dat denk ik wel. We maken graag grappen met Amsterdammers bij ons in dienst. Die rivaliteit is goed, zeker op de maandag na een Ajax-Feijenoord.

Zijn Rosenthal en Zwinkels het onderling wel eens grondig oneens geweest?

‘Het zou vreemd zijn als dat niet zo was, maar het gaat vervolgens om de manier waarop je er samen uitkomt. Dat doen we met open discussies, met het hele managementteam. De open sfeer is het belangrijkste principe als je dit soort snel groeiende bedrijven leidt. Want er gebeurt zo ontzettend veel tegelijk dat wij tweeën belangrijke zaken ook wel eens over het hoofd zien of dat we net verkeerd dreigen te schakelen. We zijn gewoon flink aan het polderen met het team en het personeel. Maar klanten zijn meestal leidend bij onze besluiten dus dan is er niet zo heel veel discussie nodig. Zoals bij de entree in Amerika.”

Laurens: “Hooguit eindig je discussies met de conclusie dat je het oneens bent, maar dat kan ik me niet heugen.”

Con: “Ik ken die jongen al langer dan zijn vrouw, dus wat denk je?”

Laurens: “Een jaartje, mijnheer.”

Con: “Zie je wel, dat weegt zwaar.”

Laurens: “We hebben zo’n rotsvast vertrouwen in elkaar…”

Gepubliceerd

22 jun 2014
Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2024. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0