In 1672 vermoordden relschoppers, woedend geworden door een desinformatiecampagne, het afgezette staatshoofd Johan de Witt en zijn broer Cornelis. De menigte hing hen ondersteboven op, verwijderde hun organen, at delen van de lijken op en verkocht vingers en tongen als souvenirs.
Zelfs in een periode die gekenmerkt werd door marteling en moord, is deze gruwelijke daad extreem. Maar het is ook een waarschuwing uit de geschiedenis over wat er kan gebeuren als desinformatie de vrije loop wordt gelaten.
De aanval op Johan en Cornelis de Witt werd gevoed door een niet aflatende stroom van kwaadaardige propaganda en vervalsingen waarin werd beweerd dat de broers corrupte, immorele elitaire heersers waren die samenspanden met vijanden van de Nederlandse Republiek.
De anonieme auteurs van de lastercampagnes gaven Johan de schuld van de oorlog met Engeland en “al het bloedvergieten, doden en verwonden, de kreupele en verminkte mensen, inclusief weduwen en wezen” die hem aan de macht zouden hebben gehouden.
Volgens een pamflet was het geweld legitiem omdat het doel de middelen heiligde: “Doodslaan is geen zonde als het tegen een tiran wordt gebruikt.” Het sentiment komt overeen met een citaat dat vaak aan Napoleon wordt toegeschreven en dat onlangs door de Amerikaanse president Donald Trump werd gedeeld op sociale media: “Hij die zijn land redt, overtreedt geen enkele wet.”
Vechten als de hel
We lijken min of meer gewend geraakt aan de gevaren die nepnieuws (en deepfakes) vormen bij het bevorderen van politiek geweld, haatzaaien, extremisme en standrechtelijke executies.
In maart 2025 bijvoorbeeld werden historische beelden van oorlogsmisdaden in Syrië gemanipuleerd door generatieve AI om te verschijnen als actuele gebeurtenissen. In combinatie met desinformatie in chatrooms en op sociale media leidde dit tot paniek en geweld. De effecten werden versterkt in een land zonder betrouwbare onafhankelijke media, waar informeel nieuws vaak de enige bron van informatie is.
Maar zelfs in een supermacht met een gevestigde mediacultuur gebeuren soortgelijke dingen. Vóór de opstand van 6 januari 2021 bij het Amerikaanse Capitool riep Trump tijdens een “Save America”-bijeenkomst duizenden aanhangers op om “te vechten als de hel” of ze zouden “geen land meer hebben”.
Dit was kort voordat het Congres de uitslag van de presidentsverkiezingen controleerde, die volgens Trump ongeldig was vanwege kiezersfraude. In een toespraak voor dezelfde menigte riep Trump-adviseur Rudolph Giuliani op tot “berechting door strijd”.
Wat er gebeurde was misschien niet zo extreem als de gebeurtenissen in Nederland 350 jaar eerder, maar een gewelddadige menigte die werd aangevuurd door desinformatie deed de fundamenten van de Amerikaanse democratie wankelen.
Het Rampjaar 1672
De diepere krachten in de VS waren en zijn complex - net als in de 17e-eeuwse Nederlandse Republiek. Wat de Republiek ten val bracht was een vluchtige mix van machtsstrijd, geopolitieke rivaliteit en oligarchie.
Willem van Oranje was uitgesloten van het ambt van stadhouder, het erfelijke staatshoofd, door een geheim verdrag met Engeland onder Oliver Cromwell om een einde te maken aan de Eerste Engels-Nederlandse Oorlog.
Toen de Engelse monarchie werd hersteld, werd het verdrag echter ongeldig en probeerden de Oranjegezinden Willem in ere te herstellen. Johan De Witt vertegenwoordigde de Statenfractie, bestaande uit rijke oligarchen, terwijl Willem werd gezien als een man van het volk.
De republiek had een indrukwekkende marine en handelsvloot opgebouwd, maar verwaarloosde haar leger. Een invasie over land door Frankrijk en zijn bondgenoten werd gesteund door de Engelse marine. Om te voorkomen dat de invasie zou oprukken, werd land onder water gezet door poorten en kanalen te openen.
De combinatie van overstromingen en een bezettingsleger bracht de economie in chaos. De Orangisten wilden niet samenwerken met de Statenfractie en de republiek stond op instorten. De Nederlanders noemden 1672 het Rampjaar.
Historische rijmpjes
Satirici, pamflettisten en activisten grepen de crises aan om hun campagne tegen de gebroeders de Witt op te voeren. Politieke oppositie mondde uit in persoonlijke aanvallen, valse beschuldigingen en oproepen tot geweld.
Johan werd aangevallen en neergestoken in juni 1672 en nam twee maanden later ontslag als staatshoofd. Cornelis werd vervolgens gearresteerd wegens verraad. Toen Johan hem in de gevangenis ging bezoeken, verdwenen de bewakers en soldaten en een opgetrommelde menigte sleurde de broers de straat op.
De rest is geschiedenis. Willem III werd er sterk van verdacht de gruwelijke moord op de broers te hebben georkestreerd, maar dit is nooit bevestigd.
Zit er een moraal aan het verhaal? Misschien is het gewoon dat, in een tijd van crisis, een desinformatiecampagne politieke oppositie en rebellie kan veranderen in moord - en erger.
Pamfletten - de sociale media van die tijd - manipuleerden de publieke perceptie en versterkten de angst onder het volk, met moorddadige woede tot gevolg. Een gouden eeuw van welvaart onder een republiek geleid door oligarchen eindigde met geritualiseerd politiek geweld en de terugkeer van een monarch die het volk beloofde veiligheid beloofde.
Ze zeggen dat de geschiedenis zich niet herhaalt, maar ze rijmt wel. Zoals altijd blijft het een dringende taak om feiten van fictie te scheiden.
*) Garritt C. Van Dyk (of: Chip Van Dyk-Garritt) is Senior Lecturer in History aan de University of Waikato in Nieuw-Zeeland. Een Engelse versie van dit artikel verscheen eerder bij The Conversation
**) Beelden: Jan de Baen: De lijken van de Gebroeders de Witt (Rijksmuseum); Moord op de gebroeders De Witt, door Pieter Frits, Haags Historisch museum (zwart-wit)