Kind van een Duits-Joodse vluchteling

Ronald Plasterk: “Het is even wennen dat niemand voor me rent”

De minister met de hoed, Ronald Plasterk, vertrok in oktober 2017 uit de politiek. Hij werd chief scientific officer bij myTomorrows, dat medicijnen beschikbaar stelt die nog niet zijn goedgekeurd. “Er is bijna geen groter contrast denkbaar.”

(Fotografie: Marjolein Vinkenoog)

Ronald Plasterk: Den Haag, 12 april 1957

Vader Klaus (Joodse vader en een katholieke moeder) was televisiebuizengieter bij Philips en later directeur van een kleine wetenschappelijke uitgeverij

1969 – 1975 gymnasium-b, R.K. Sint Janscollege, Den Haag

1975 – 1981 biologie, Rijksuniversiteit Leiden

1980-1981 economie (propedeuse), Universiteit van Amsterdam

1981-1984 medewerker biomedisch instituut, Rijksuniversiteit Leiden

1984 promotie op genetisch onderzoek naar de platworm

1982 – 1984 lid gemeenteraad Leiden voor PvdA

1984 – 1985 onderzoeker California Institute of Technology, Pasadena

1985 – 1987 onderzoeker MRC Laboratory of Molecular Biology, Cambridge

1987 – 1989 onderzoeker Nederlands Kanker Instituut (NKI), Amsterdam

1995 - 1999 columnist tijdschrift Intermediair

1999 – 2007 columnist Buitenhof

2000 – 2007 columnist Volkskrant

1989 – 2000 directeur Onderzoekschool Oncologie, NKI

1993 – 2003 bijzonder hoogleraar moleculaire microbiologie, VU, Amsterdam

1997 – 2003 hoogleraar moleculaire genetica, Universiteit van Amsterdam

1999 Spinozapremie NWO

2000 – 2007 directeur Hubrecht Laboratorium/Nederlands Instituut voor Ontwikkelingsbiologie, KNAW

2000 – 2007 hoogleraar ontwikkelingsgenetica, Universiteit Utrecht

2007 - 2010 minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in Balkenende IV

2010 - 2012 Tweede Kamerlid PvdA (financieel woordvoerder)

2012 - 2017 minister van Binnenlandse Zaken (BZK) in Rutte-II (januari 2017 ook Wonen en Rijksdienst)

2017 - heden: chief scientific officer bij myTomorrows

2018 – 2022 Medeoprichter en directeur Frame Cancer Therapeutics, verkocht aan CureVac, verder als CureVac Netherlands BV

2018 – heden hoogleraar "Novel strategies for access to therapeutics" aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam.

2020 – 2023 Columniste De Telegraaf

2023 Verkenner kabinetsformatie namens de PVV

Getrouwd. Woont in Amsterdam, kinderen van 25 en 27. Zingt als tenor in een koor.

(Bron: Parlement.com)

MyTomorrows heeft een grote open etage in een oud bedrijvengebouw in Amsterdam-Schinkel, waar Ronald Plasterk een bureau bezet tussen alle andere werknemers. In de open keuken staan de schalen met restanten van de gezamenlijke lunch. Een stukje verder de Amsterdamse stadsfiets van Plasterk, de opvolger van de Haagse auto met chauffeur.

Mist u de politiek na elf jaar als minister en Kamerlid?

“Nee, want ik ben bij myTomorrows met spannende zaken bezig. Ik mis er niet zo veel aan, dat zou ook sneu zijn. Maar eerlijk, er is bijna geen groter contrast denkbaar dan dat tussen de platte organisatie die myTomorrows is en een ministerie met vele duizenden ambtenaren. Een compleet andere wereld nu, maar niet minder.”

Bent u al memoires aan het schrijven?

“Ik neem me voor mijn opvolgers niet voortdurend voor de voeten te lopen. Ik heb me altijd geërgerd aan politici die op hoge toon opvolgers de maat nemen. Vandaar dat ik ook geen memoires zal publiceren. Bovendien wil ik niet achteraf vertrouwelijkheid schenden.”

Wat vond u leuker, Onderwijs (OCW) of Binnenlandse Zaken (BZK)?

“Leuk vind ik niet van toepassing, het zijn beide boeiende portefeuilles. Bij BZK boeiden de inlichtingendiensten met hun vernuft om codes te kraken en talen vloeiend te spreken. De overzeese gebiedsdelen en democratie daar waren ook intrigerend. Maar OCW zat dichter bij mijn achtergrond van wetenschap en cultuur, waarmee ik m”n hele leven in de weer was. Inhoudelijk zat dat dichter bij m”n hart. Maar beide perioden heb ik met genoegen gewerkt.”

Waarom kwam er geen tweede periode bij OCW?

“Dan krijg je zo”n houding dat je het allemaal wel weet, met nieuwe Kamerleden die discussies opnieuw voeren. Je moet jezelf niet gaan herhalen. Bovendien moet je op de eerste plaats het land dienen en niet opkomen voor je eigen winkel van zorg, onderwijs of verkeer. Ik herinner me ministers die gingen uitstralen dat die portefeuille van hen was en een ander daar niets meer over mocht zeggen.”

“Je moet als minister niet voor een deelbelang gaan, maar collegiaal zijn. Je levert een bijdrage aan het bestuur als geheel. Ik heb nooit de neiging gehad om in het kabinet-Rutte in de Trèveszaal met mijn eerdere ervaring van OCW eens even Jet Bussemaker en Sander Dekker van katoen te geven.”

“Integendeel, ik wilde goed omgaan met collega”s, zeker van andere partijen. Bijvoorbeeld Marja van Bijsterveldt van het CDA. Zij stond dicht bij Balkenende en Verhagen. Maar ik dacht: als ik goed met haar samenwerk dan is er een extra verbinding. Hetzelfde had ik met VVD-minister Stef Blok, die in een kamer naast me zat, op mijn departement. We namen ons samen voor collegiaal leiding te geven en niet te lopen lekken, ondermijnen of bondjes tegen elkaar te smeden. Dat zag je ook bij VWS tussen VVD-minister Schippers en PvdA-staatssecretaris Van Rijn. Je moet het voor elkaar opnemen. Zulke assen dragen het kabinet.”

Toen werd u met de PvdA na vier jaar constructief besturen keihard afgerekend...

“Niemand wordt electoraal beloond voor ruziemaken, spelletjes en spinnen. Dat slaat altijd terug op betrokkenen. Vandaag help je een journalist met een tip, maar op lange termijn weet hij dat diegene kwaadspreekt achter de rug van collega”s. Dat blijft hangen. Dus kun je toch beter netjes blijven.”

Maar toch die enorme afstraffing van 38 naar 9 zetels, was u schuldig?

“Nee, dat is niet aan partijleiders of ministers toe te schrijven. Je moet dat in het grote geheel zien, over een periode van vijftig jaar. Dat heb ik beschreven in een opiniestuk in de Volkskrant. In veel Europese landen keerden sociaaldemocraten zich af van hun partij. Vroeger had je wijken waar de overgrote meerderheid zich PvdA”er voelde. Dat is weg. De idealen van de sociaaldemocratie zijn deels bereikt, maar ook niet meer het exclusieve terrein van de PvdA.”

In het eindrapport van de Volkskrant kreeg u als minister van BZK een 5. Naar?

“Dat zegt me niet zo veel. Ik heb mezelf altijd voorgehouden dat je waardering moet wegdragen van een groepje mensen dat je zelf belangrijk vindt. In de politiek en in de media spelen modes: mensen zijn in de mode of uit.”

Is het zo simpel, het gaat niet om inhoud?

“Ook, maar ik heb beide kanten meegemaakt, grote waardering en harde kritiek. Nieuw op OCW vond iedereen wat je deed, je kon het zo gek niet bedenken, goed. Opening krant hier, opening Journaal daar. Dan kom je terug als minister en denken mensen: die hebben we al eerder gezien, anderen zijn nieuw en boeiender. Neem nu Klaas Dijkhoff – ik waardeer hem zeer – die het allergrootste enthousiasme ziet omslaan in kritiek. Als je daar een egokwestie van maakt, heb je het moeilijk als politicus.”

Juist met uw geliefde AIVD gleed u uit en werd u afgeserveerd...

“Dat is niet waar. D66 diende een motie van wantrouwen in. Die vond ik onterecht en die is verworpen. Ook Edith Schippers en Martin van Rijn liepen tegen moties van wantrouwen aan. Dat is onderdeel van de politiek. Ik heb m”n fout toegegeven in de Kamer, een hypothese gepresenteerd in overleg met de AIVD die onjuist bleek. Achteraf weet je dat het fout was. Nadien deed ik enkel uitspraken waarvan ik zeker wist dat ze waar waren, geen veronderstellingen meer.”

Zou u opnieuw een glanzende wetenschappelijke carrière verruilen voor de politiek?

“Ja, het land een periode dienen is goed. Ik vond het een voorrecht om zo”n hoog ambt te mogen uitoefenen voor je land. Daarom begon ik ermee. Maar de details van een loopbaan bepaal je niet zelf. Bijvoorbeeld niet de val van het kabinet-Balkenende IV. Ik zei die nacht tegen Eberhard van der Laan en Ab Klink: “Wat gebeurt er nou!” Het was al out of control, dat is ook politiek.”

Hebben uw vrouw en kinderen wel eens gevraagd ermee op te houden?

“Nee, ze steunden me, waren heel loyaal. De overgang van minister naar Kamerlid in 2012 was groot. Ineens zat ik op een kamertje met een parttime hulp en een ov-kaart in plaats van dat ik een grote staf en auto met chauffeur had. Ik moest het maar uitzoeken. Dan kwam mijn vrouw me “s nachts na een laat debat wel eens ophalen en steunde ze me warm. Mijn kinderen groeiden op met mijn bekendheid, vóór ik minister werd, was ik al op tv in Buitenhof.”

Waarom ging u eind 2017 naar MyTomorrows?

“Ik wilde als minister niet systematisch vooruitdenken aan een volgende baan, en de formatie maakte de demissionaire periode lang. Een onzekere periode, maar dan moet je de kracht opbrengen dat niet als bedreiging te zien. Ik wilde geen mandje met voorzitterschappen en commissariaten. Ik wilde een baan.”

“Via een oude bekende kwam ik in contact met Ronald Brus, de CEO hier. Het is een grote stap, er is bijna geen groter contrast denkbaar. Maar dat vind ik plezieriger dan op een lager niveau een bestuursfunctie te nemen en met de hoed in de hand bij mijn Haagse opvolger mijn wensen te bespreken.”

Ronald Brus, die eerder succesvol was met biotech-startup Crucell, richtte in 2012 MyTomorrows op om een doorbraak in de (te) trage markt voor medicijnen te brengen en artsen en uitbehandelde patiënten toegang te bieden tot medicijnen waarvan de werking beperkt is aangetoond maar die nog niet zijn goedgekeurd.

De werking, dosering en bijwerkingen zijn grotendeels bekend en de medicijnen worden voor patiënten vergoed. Artsen en patiënten die niet in aanmerking komen voor deelname aan een officieel testprogramma kunnen in het enorme databestand van myTomorrows zoeken naar medicijnen.

Onder meer EQT Ventures (van Kees Koolen van Booking.com), Balderton Capital, Octopus Ventures en Sofinnova Partners staken samen tientallen miljoenen in myTomorrows, gezien de potentie een uitdager te worden in de medicijnmarkt zoals Uber in de taximarkt.

Kon u terug naar de wetenschap, eventueel bestuurlijk zoals Robbert Dijkgraaf?

“De wetenschap verliet ik bruusk in 2007 en elf jaar later kun je niet zomaar terugkeren. Wel in een andere rol en die heb ik nu ook.”

Verdient u hier meer of minder dan als minister (160.000 euro)?

“Er is afgesproken daarover niets te zeggen, maar geen hoog bedrag om me voor te generen. Aandelen? Nee, hooguit opties.”

Houdt u dit jaren vol? Het heeft een groot afbreukrisico.

“De bedoeling is van wel. Ik ben een stayer, niet zo”n jobhopper. Ondernemen draagt risico”s mee. Ik zie nu wel dat in mijn vorige wereld veel mensen werken die heel weinig risico lopen. MyTomorrows maakt verlies en je moet investeerders aanspreken. We zijn een scale-up op een terrein dat snel verandert. De inzet is hoog.”

 Om mijn persoonlijke afbreukrisico maak ik me het minst zorgen. Je bent als minister juist erg afhankelijk van mensen om je heen, hier maak je het zelf of niet en ben je juist autonoom.”

Wat zijn de grootste verandering en aanpassing?

“Hier kun je niet iets roepen en verwachten dat er tien kaboutertjes voor je gaan hollen. Vind je iets, dan moet je je afvragen: heeft het prioriteit? Zo ja, doe het dan zelf. Zo nee, dan gebeurt het niet. Er zit niemand op commentaar of een opdracht te wachten. Je moet zelf handelen.”

Is dat moeilijk nadat u gewend was dat mensen deden wat u zei?

“Het is wennen, maar ook boeiend. Morgenochtend sta ik heel vroeg op en ga ik met een arts naar Cambridge om met een vroegere maat van me een project te bespreken. Direct “s avonds weer terug. De functie van chief scientific officer is hier ook nieuw, dus die moet ik zelf invullen. Machtig mooi is het, maar het was wel zoeken naar de hoogste meerwaarde.”

Waar vindt u die?

“Vooral in gepersonaliseerde medicijnen. Het mooie is dat ik daarmee op m”n oude nest kom. Ik was gefascineerd door het eerste grote humane genoom-project van John Sulston, een enorm voorrecht om daar een klein radertje in geweest te zijn. Dat gevoel heb ik nu weer.”

“Ik was gisteren bij het Hartwig Centrum op het Science Park in Amsterdam, waar voor 200 patiënten per week het complete genoom-project wordt gedaan. Dat brengt een schat aan informatie voor individueel gerichte geneeskunde. Op deze weg focus ik me. Het is een grote zoektocht en ik vind het mooi daar onderdeel van te zijn.”

Wat is het slagingspercentage van de inzet van nog niet goedgekeurde medicijnen?

“Een goed punt, want daar heb ik me juist op gestort. We proberen dat nu vast te stellen met het AMC. De klassieke weg van wetenschappelijk medisch onderzoek ligt vast in dubbelblinde trials, en dat werkt goed met objectieve, wetenschappelijk zuivere methoden. Bij ons heb je geen testen met placebo’s, maar je kunt werking wel vaststellen met indicatoren, nieuwe DNA-technieken en heel veel data. Dat vergt methodologisch veel, maar je komt ver met de nieuwe wereld van bio-informatica. Hier kan iets heel moois uitkomen…”

*) Dit vraaggesprek verscheen eerst in april 2018 in Intermediair

Gepubliceerd

31 mei 2024
Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2024. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0