We worden om de oren geslagen met onderzoeken over de ongezonde invloed van sociale media. Onzekerheid, angst, afhankelijkheid van onethische techbedrijven, eenzaamheid, slaapklachten, bijziendheid – de lijst gaat maar door. Om nog maar te zwijgen over zogeheten ‘breinrot’: achteruitgang van je mentale toestand door eindeloos scrollen langs inhoudsloze content.
Politici en bezorgde ouders pleiten steeds vaker voor een leeftijdsgrens of een verbod op sociale media. Rode draad in deze discussies: het is allemaal de schuld van de grote boze techbedrijven en daarom moeten we beschermd worden tegen hun verslavende technologie. Klinkt goed, maar het probleem ligt dieper.
Onze toxische sociale media zijn namelijk niet alleen het product van technologiebedrijven, maar ook van onze eigen wensen en verlangens. Uit een wetenschappelijke studie die onlangs werd gepubliceerd in het tijdschrift Nature blijkt dat mensen juist heel lekker gaan op online toxiciteit. Het onderzoek analyseerde meer dan 500 miljoen berichten en conversaties op acht socialemediaplatforms gedurende 34 jaar en keek specifiek naar online asociale interacties.
Menselijke aard bepalend
Belangrijkste conclusie: ongeacht platformontwerp of algoritme zijn het vooral mensen die sociale media giftig maken. Toxiciteit is eerder het product van onze menselijke aard, dan van technologie – al kunnen techbedrijven de toxiciteit die in onszelf zit natuurlijk wel extra uitbuiten en aanwakkeren.
In plaats van ons af te vragen ‘wat technologie de mensheid allemaal aandoet’ (passief), kunnen we ons dus beter afvragen ‘wat de mensheid technologie aandoet’ (actief). Op die manier hoeven we onszelf niet te zien als weerloze slachtoffers van big tech, maar als medevormgevers van digitale technologie. Zo kunnen we misschien ook inzien dat we pas andere technologieën kunnen bouwen, als de mens die deze ontwerpt en gebruikt eerst verandert.
Carr bepleit 'tegencultuur'
Internetcriticus Nicholas Carr zegt iets vergelijkbaars. Volgens hem hebben we de sociale media van big tech zo diep in onszelf toegelaten, dat strengere regelgeving daar niet tegenop kan. Het is zinvoller om te investeren in cultuurverandering, zo zegt hij in De Groene Amsterdammer:
“We gaan alleen een brede verandering zien als een nieuwe generatie zich gaat verzetten tegen deze digitale technologie. Als er een tegencultuur ontstaat, zoals in de jaren zestig, van jongeren die zeggen: deze technologie is dominant, het controleert, surveilleert en onderdrukt ons, het is iets wat volwassenen gebruiken, maar wat wij afwijzen en waar wij ons van distantiëren.”
Maar zo’n cultuurverandering is makkelijker gezegd dan gedaan. Zo zien we dat ethischer alternatieven zoals Bluesky, Mastodon, Signal, Threema en Flashes allang bestaan, maar dat het aantal overstappers in het niet valt bij het aantal Facebook- en Instagramgebruikers dat wereldwijd nog altijd groeit.
Overstappen moeilijk
Meest genoemde reden: anderen meekrijgen (oftewel Wet van Metcalfe). De wens om met zoveel mogelijk connecties op één platform te zitten en je eigen activiteiten pas waardevol te vinden als zoveel mogelijk mensen ze kunnen zien, maakt dat we niet stoppen of overstappen. Steeds meer mensen en organisaties verdienen zelfs hun inkomen met hun zichtbaarheid op bigtechplatformen.
Naast onze eigen hang naar sociale schaalvergroting, zijn er ook emotionele redenen waarom mensen deze platformen niet verlaten. Facebook is een verzamelplek aan waardevolle herinneringen. Mensen vonden er hun eerste liefde, deelden er foto’s van huisdieren en vochten er ruzies uit in reacties. Het was jarenlang het digitale dorpsplein van Nederland en daarbuiten. Wie terug scrolt op zijn tijdlijn krijgt al snel het gevoel: dit kan ik onmogelijk allemaal achterlaten.
Facebook Museum
Als we cultuurverandering nodig hebben voor technologieverandering, moeten mensen afscheid nemen van het oude. Daarvoor hebben we closure nodig. Een nieuw begin is makkelijker als je goed afscheid hebt kunnen nemen. Het allereerste Facebook Museum ter wereld, dat maandagavond 14 juli 2025 zijn deuren opent op Utrecht Centraal, kan bij dat afscheid helpen. In het museum kun je je belangrijkste Facebookherinneringen opslaan en de hoogte- en dieptepunten van dit platform herdenken.
“Facebook is digitaal cultureel erfgoed”, stelt initiatiefnemer Jelle van der Ster van het museum. “Het is essentieel dat we de geschiedschrijving niet aan Zuckerberg overlaten, maar samen bepalen wat we willen bewaren. Zo kunnen we volgende generaties behoeden zich opnieuw te verliezen in de armen van een nieuwe tech-oligarch, zonder hun jeugdige enthousiasme en nieuwsgierigheid naar een online netwerksamenleving te beknotten.”
Door onze verbeeldingskracht op te rekken en ons een wereld na big tech voor te stellen, brengen we samen het einde van Facebook dichterbij. Dat is in ieder geval alweer één platform minder.
Siri Beerends is cultuursocioloog en onderzoeker bij SETUP, platform voor een technologie-kritische samenleving, en promovendus aan de Universiteit Twente. Een versie van deze opinie verscheen afgelopen week bij de Volkskrant