Twee feiten beheersten deze week het binnenlandse nieuws in Nederlandje: de malle persconferentie van Geert Wilders en leeftijdsgrenzen voor de jeugd om digitale ellende te beperken. Hieronder een aantal uitingen op een rij:
Te beginnen met de oproep die verscheen op de website Smartphonevrijopgroeien.nl waar al 30.000 ouders beloven om vrijwillig het mobiel- en sociale mediagebruik van hun koters te beperken. De tekst van de brief:
“Geachte ministers en staatssecretarissen
Wij, een groep van ruim 3000 artsen, wetenschappers en praktijkdeskundigen uit diverse disciplines, steunen de oproep van de ouders van meer dan 30.000 kinderen in Nederland. We roepen op tot dringende actie tegen de groeiende gezondheids- en welzijnscrisis als gevolg van overmatig en leeftijdsongeschikt scherm- en sociale media gebruik bij kinderen en jongeren.
Samen met ouders maken wij ons zorgen over:
Gezien het intensieve smartphone- en sociale mediagebruik onder kinderen en jongeren, de aantoonbare fysieke gezondheidseffecten, de indicaties van mentale schade én het gebrek aan garantie van een structureel veilige en geschikte digitale omgeving, is het tijd om het maatschappelijke uitgangspunt te herzien. De huidige normalisering van het geven van een eigen smartphone en vroege toegang tot sociale media vraagt om heroverweging.
Ten behoeve van de gezondheid en optimale ontwikkeling van kinderen, steunen wij het stellen van een ondergrens van 14 jaar voor het geven van de eigen smartphone en een ondergrens van 16 jaar voor de toegang tot sociale media.”
Verdubbeling aantal ‘experts’
Aanvankelijk waren er “1.400 Nederlandse artsen, wetenschappers en praktijkdeskundigen”, binnen een paar dagen zijn het er al 3.000. Los van de belangrijke inhoud van de oproep is de vraag: waar berust de expertise van de ondertekenaars op? Een flink aantal kinder- en jeugdartsen ondertekende, maar ook radiologen, gynaecologen en plastisch chirurgen. En de meest voorkomende functie is die van huisarts, terwijl docenten juist niet deskundig genoeg worden geachte op om de uitdijende lijst te mogen komen.
De initiatief nemende ouders bieden een mooi manifest om hun ouderpact. Ze willen vrijwillig minderen, kennelijk ook zelf. (Toen ik zes jaar geleden tijdens een ouderavond op de middelbare school een telefoonverbod op school opperde, was dat volstrekt kansloos: de meeste ouders gluurden ondertussen naar hun scherm. Verslaving! Hoe kun je dan kinderen laten minderen?)
Iedereen heeft, vrij plotseling, ineens een sterke mening. Sommigen koesteren die al jaren, maar krijgen nu gehoor, zoals Jeugdarts Vasanthi Iyer in NRC, voorzitter is van Stichting Netwerk Zicht op Buiten: „Er ligt al zoveel wetenschappelijk bewijs dat scherm- en sociale mediagebruik veel problemen creëren bij de opgroeiende jeugd.”
Ze somt het rijtje op: slaap- en concentratieproblemen, taalachterstand, bijziendheid, minder bewegen. NRC stelt: Onomstotelijk wetenschappelijk bewijs voor de effectiviteit van een smartphone- en socialemediaverbod is er nog niet. Iyer bekent dat: “Natuurlijk kunnen we nog meer onderzoeken, maar ouders vinden massaal dat we er nu wat aan moeten doen.”
Micha: scherm weg uit onderwijs
Expert zijn is niet nodig. In de Volkskrant mocht podiumkunstenaar Micha Wertheim een krachtig pleidooi publiceren voor een schermloos onderwijs: “Het wordt tijd dat de politiek haar verantwoordelijkheid neemt om ouders te helpen hun kinderen te beschermen tegen de kinderlokkers van deze tijd…
De initiatiefnemer van het verbod [voor telefoons in klaslokalen], oud-leraar en CDA-Kamerlid René Peters, stond jarenlang vrijwel helemaal alleen in zijn strijd tegen smartphones in het klaslokaal. Onderwijspartij D66 vergeleek het smartphoneverbod met het verbieden van petjes in de schoolbanken. En dat terwijl iedereen het er allang over eens was dat die apparaten de les verstoorden, sociale cohesie kapotmaakten, de concentratie vernietigden, psychische klachten aanwakkerden en kinderen in aanraking brachten met voor hun leeftijd volkomen ongeschikte beelden.”
De Telegraaf vroeg het aan lezers:
NRC-oproep onder lezers.
Kim Hartman in Nunspeet geeft haar 10-jarige nog geen telefoon, maar ziet: “: Ik merk dat de kids bij ons in de buurt zich ondertussen amper kunnen vermaken zonder scherm. En het lijkt of het hoofd van mijn zoon vooral vol zit met YouTube-shorts. Ik ben de discussies over schermtijd, bepaalde apps en het verbieden van ‘binnen spelen bij anderen’ nu al zat. Laat de overheid alsjeblieft ingrijpen.”
Jessica Piotrowski: “Deze voorgestelde oplossing is reactionair, niet gebaseerd op bewijs en mogelijk schadelijk. Laten we beginnen met de basis: onderzoek schetst een genuanceerder beeld. Digitale technologie ondersteunt ook vriendschap, erbij horen, creativiteit en identiteitsontwikkeling, vooral wanneer het bewust wordt gebruikt. Wetenschappelijk onderzoek vertelt dus een veel rijker en evenwichtiger verhaal dan de krantenkoppen en de huidige paniek toelaten.”
Klaske Postma: “…verslaving is vaak een gevolg van een gebrek aan emotionele verbinding. Smartphones kunnen onze aandacht afleiden van echte interacties en de behoefte aan diepere verbinding met onszelf, de medemens en de natuur. Het is dus niet alleen het probleem van onze kinderen, het is ons probleem!”
Toine Goossens in Utrecht” In het rapport over sociale veiligheid op scholen schrijft de Onderwijsinspectie deze week: „Wat we zien is dat een klein clubje beleid bedenkt, dat beleid ergens wegzet en er verder niets mee doet.”…Collectief inzicht, collectief beleid is een kerntaak van de overheid. Doen waar individuele burgers niet toe in staat zijn. Een smartphoneverbod, de Onderwijsinspectie legt de vinger op de zere plek, is desastreus. Het creëert een gevoel van valse veiligheid.” [rapport Onderwijsinspectie]
Sarah Talhaoui (18), Utrecht, beschrijft de eigen verslaving en stelt dan: “Het is een verloren wedstrijd: als jongere speel je tegen een team van de beste gedragspsychologen die er alles aan doen je aandacht te kapen. De socialemediabedrijven zetten hen in om de menselijke geest te gebruiken als verdienmodel. Nu hebben de artsen eindelijk het geluid gemaakt dat de ernst van de situatie erkent – het wordt tijd dat de politiek ernaar handelt.”
Felienne Hermans, hoogleraar Computer Science Education Amsterdam: “Hoe heerlijk zou het zijn als er een knopje is om aan te draaien en je kind weer happy is, zoals wij dat waren in die smartphonevrije jaren 80 en 90?! Maar het ligt helaas zo eenvoudig niet; als je een aantal experts vraagt om tot consensus te komen over de rol van smartphones voor tieners, eindigt het in ruzie.”
Ouders als eerste aanspreken
Bij EénVandaag werden afgelopen week de ouders aangesproken in plaats van te komen tot een verbod. Ook in een artikel in De Telegraaf worden ouders aangesproken. Opvoedkundige Marina van der Wal: “Je ziet het bij alcoholisten. Als je die aanspreekt op te veel alcoholgebruik worden ze boos, omdat ze er zelf aan vastzitten. Dat geldt ook voor telefoons. Ouders zijn zelf net zo hard afhankelijk en willen daarom hun kinderen niet aanspreken, terwijl het een van de grootste stoorzenders is voor een goede relatie tussen ouder en kind.”
Ouders moeten in gesprek met kinderen over schermgebruik, zegt het bureau Jeugd en Media, een mening eerder geuit door Justine Pardoen op Netkwesties. “De vergelijking met roken of drinken wordt vaak gemaakt. Dat hebben we toch ook verboden omdat het ongezond is? Sociale media worden inderdaad zo verslavend mogelijk ontworpen. Maar ze zijn niet inherent (altijd en voor iedereen) ongezond, zoals tabak en alcohol (en drugs). Ze brengen informatie, amusement, verbinding met vrienden en mogelijkheden tot creativiteit.”
Echter, er spelen twee vragen:
Apps beperken
Een telefoonverbod gaat te ver volgens veel experts. Hoofddocent en expert Wouter van den Bos van de UvA schrijft bijvoorbeeld: “Niet de smartphone zelf is het probleem, maar de apps die je erop zet.” Hij verhaalt van een recent congres van echte experts. Zij kwamen niet tot de slotsom voor een verbod, maar voor krachtige richtlijnen. Stemming over een sociale media verbod:
In april 2025 dienden Kamerleden Don Ceder (CU) en Jesse Six Dijkstra (NSC) een initiatiefnota in over online kinderrechten, met een leeftijdsnorm voor de eerste smartphone van 15 jaar en tot die leeftijd een mobiele telefoon zonder interactieve apps:
“Sociale media scheppen een compleet onrealistisch beeld van de werkelijkheid… Een wereld waarin de waarden niet stroken met de onze. En bovendien: we weten nog maar heel weinig over wat sociale media doen met de ontwikkeling van hun hersenen… terechte zorgen over de impact van sociale media op de mentale gezondheid en psychosociale ontwikkeling
… Uit het Jongerenonderzoek 2024 blijkt dat 62% van de jongeren tussen de 15 en 35
jaar zegt verslaafd te zijn aan sociale media en 30% zegt zich onzeker, verdrietig
of depressief te voelen na gebruik ervan. Voor vrouwen tussen de 15 en 21 jaar ligt
dit percentage zelfs op 39%.”
Politiek aan zet: geen verbod
VVD-staatssecretaris Vincent Karremans van Jeugd, Preventie en Sport komt echter niet met een of meer verboden, te meer daar dit nationaal niet te regelen is. Zijn ministerie van VWS komt met een dringend advies aan ouders.
(NRC schreef “dwingend advies”, een geestig contradictio in terminis:
Afgelopen week, woensdag 28 mei 2025, was er een Rondetafelgesprek over jongeren en sociale media in de Tweede Kamer voor de commissie Digitale Zaken, met een groot aantal ‘position papers’.
Daar stelde Edo Haveman, chef-lobbyist van Meta: “Eén derde (17+) van de Amerikaanse staten is begonnen met het aannemen van wetten die voorzien in leeftijdsverificatie voor jonge mensen. Er is een nieuwe federale wet in de maak die, als hij wordt aangenomen, ouderlijke toestemming en leeftijdsverificatie op het niveau van de OS/app-store vereist in heel de VS. Wij denken dat Europa hierin Amerika moet volgen.”
Meta wordt niet vertrouwd. Barbara Kathmann, Kamerlid van GroenLinks-PvdA, trok volgens de Volkskrant een vergelijking met sigarettenfabrikanten. Hanneke van der Werf van D66: “Waarom zouden we u nog vertrouwen met zelfregulering als we uit de Facebook Files weten dat 13 procent van de jongeren hun suïcidale gevoelens toeschrijft aan gebruik van Facebook en Instagram?”
Maar krachtige taal wordt zelden gevolgd door dito daden - zeker niet bij D66. De scherpste bijdrage kwam van Marjet Winsemius van de Stichting Voor Werkende Ouders die de Kamerleden aansprak op het voorbeeld dat zij geven: “'De hoeveelheid tijd die u op een scherm zit tijdens debatten zien ouders en kinderen ook.”
Conclusie en suggestie
Het debat over schermgebruik is gelukkig helemaal aan. Er komt geen verbod, maar dringend advies om het “samen op te lossen”. Waartoe die beoogde zelfbeheersing leidt zien we overal om ons heen, net zo veel bij oud als jong…
Zou een maatregel zonder leeftijdsgrens wellicht helpen, bijvoorbeeld een verplichte app voor begrenzing tot maximaal twee uur telefoongebruik per dag?